In Rome liggen de verhalen uit het verleden letterlijk op straat. Aan de hand van straatnamen die je op de bordjes – sinds 1814 van marmer dankzij paus Pius VII – kunt lezen, wandel je de geschiedenis van de eeuwige stad letterlijk achterna. Vrijwel iedere via, vicus of piazza is namelijk vernoemd naar een persoon of gebeurtenis die het leven van de stad Rome op de een of andere manier getekend heeft…
Vandaag: de ontvangstzaal van Rome, Piazza del Popolo. Het verhaal begint op 23 december 1655. Op die dag trok Christina, koningin van ‘Zweden, Goten en Vandalen’, een onconventionele, wispelturige, kunstminnende vrouw uit het noorden, Rome binnen. Ze kwam uit Innsbruck, waar ze zich net had bekeerd tot het katholicisme: Rome was de logische volgende bestemming.
Grande entrée
Wie vanuit het noorden naar Rome trok, kwam over de Ponte Milvio en de Via Flaminia, om de eerste voetstappen op Romeinse bodem te zetten op wat we nu kennen als Piazza del Popolo. Het plein ligt en lag aan de kop van de Tridente, de ‘drietand’ die wordt gevormd door de Via del Babuino, de Via del Corso en de Via di Ripetta. Niet voor niets werd de Porta del Popolo wel gezien als de grote entree van Rome, en Piazza del Popolo als de ontvangstzaal.
Warm welkom
Bij aankomst over de Via Flaminia had (en heeft) men allereerst de buitenkant van de Porta del Popolo voor ogen – een project dat paus Pius V aan Michelangelo had toevertrouwd. De grote meester kwam hierboven al eerder aan bod. Hij was inmiddels op leeftijd en gunde de opdracht aan zijn leerling Nanni di Baccio Bigio, die het geheel afrondde tussen 1562 en 1565. De zuilen die je op de boog ziet haalde Michelangelo voor zijn leerling bij de oude Sint-Pietersbasiliek vandaan – bij de bouw van de nieuwe Sint-Pieter was hij immers nauw betrokken geweest. De binnenkant van de poort werd later in opdracht van paus Alexander VII verfraaid, ter ere van de komst van de eerdergenoemde Christina.
Toen Alexander VII hoorde van de komst van Christina van Zweden naar Rome, zag hij zijn kans schoon om indruk te maken op de bekeerde koningin, die afstand had gedaan van haar troon en protestante vaderland. De paus wilde dat Christina verrukt zou zijn bij de eerste aanblik van Rome, en haar een onvergetelijk uitzicht bieden.
Twee identieke kerken
Aan de zuidkant van Piazza del Popolo, recht tegenover de poort, liet Alexander VII daarom twee kerken bouwen: Santa Maria dei Miracoli en Santa Maria in Montesanto. De twee kerken, die de hoeken markeren van de Tridente, vanwaar de drie hoofdstraten vertrekken die je verder Rome in leiden, moesten bovendien volkomen identiek zijn aan elkaar. Zo ontstonden de zogenaamde ‘tweelingkerken’, die zouden uitgroeien dé symbolen van Piazza del Popolo. Hoewel ze volkomen identiek lijken, kun je trouwens als je goed kijkt wel degelijk verschillen tussen de kerken zien.
Het werd een indrukwekkende ontvangst op 23 december 1655. Christina betrad met haar gevolg Piazza del Popolo en werd niet alleen overdonderd door de pracht van het plein, maar ook door het knallende geluid van een kanonschot, dat werd afgevuurd vanaf de Engelenburcht.
Piazza del Trullo
Hoe en waarom de naam Piazza del Popolo is ontstaan, weten we hiermee nog steeds niet. Ooit stond er een fontein met de naam Fontana del Trullo, zodat het plein jarenlang Piazza del Trullo werd genoemd. Hoe Piazza del Trullo veranderde in Piazza del Popolo is niet met zekerheid vast te stellen, maar er gaan verschillende verhalen de ronde. Een van die verhalen vertelt dat het plein is vernoemd naar de vele populieren die vanaf het mausoleum van Augustus helemaal tot aan het plein groeiden. Waarschijnlijker is dat er een verband is met een andere kerk op het plein, de Santa Maria del Popolo.
Sinds de Chigikapel in de Santa Maria del Popolo door Dan Brown werd opgevoerd in Het Bernini Mysterie bezoeken veel mensen de kerk. Natuurlijk is de Chigikapel prachtig, maar ook de serie fresco’s achter het altaar, van renaissanceschilder Pinturicchio, is de moeite waard. Andrea Sansovino maakte bovendien twee kunstige tombes die het koor sieren. Hoogtepunten in de kerk zijn toch de twee kunstwerken van Caravaggio: De bekering van Sint Paulus en De kruisiging van Sint Petrus. De werken van de meester hangen nog altijd op de plek waarvoor ze oorspronkelijk voor gemaakt werden.
De kwade geest van Nero
Hoe is de naam van een van de bekendste pleinen van Rome verbonden aan deze kerk vol kunst? Dat heeft te maken met een legende die al sinds de middeleeuwen wordt doorverteld, van generatie op generatie. Aan de voet van de Pincio zou eens een gigantische walnoot gegroeid zijn, precies op de plek waar de as van keizer Nero eeuwen daarvoor werd begraven.
Paus Paschalis II was de vele verhalen over de kwade geest van Nero, die op de plek zou rondspoken, meer dan zat. Om de demon voor eens en voor altijd te verdrijven maakte hij er in 1099 een gewijde plek van: hij liet een kerk bouwen en wijdde deze aan de heilige maagd Maria. Omdat die bouw werd gefinancierd door de heffing van belastingen, en het volk er dus indirect zelf voor betaalde, werd de kerk Santa Maria del Popolo genoemd.
Straatverhalen van Rome, het boek
De Romeinse straatverhalen, die ik enige tijd op Orpheus kijkt om plaatste, zijn in uitgebreide(re) en bewerkte vorm gebundeld in het boek Via Roma. Klik op deze link om het boek bij Bol.com te bestellen!
Wat een geweldig mooie en interessante serie was dit. Heb er zeer van genoten.