In Rome liggen de verhalen uit het verleden letterlijk op straat. Aan de hand van straatnamen die je op de bordjes – sinds 1814 van marmer dankzij paus Pius VII – kunt lezen, wandel je de geschiedenis van de eeuwige stad letterlijk achterna. Vrijwel iedere via, vicus of viale is namelijk vernoemd naar een persoon of gebeurtenis die het leven van de stad Rome op de een of andere manier getekend heeft.

Vandaag: de Vicolo del Divino Amore, oftewel de Steeg van de Goddelijke Liefde. Een misleidende naam, zoals blijkt uit de verhalen die zijn overgeleverd rondom de beroemde bewoner op nummer 19.

Origineel document met Caravaggio's handtekening
Origineel document met Caravaggio’s handtekening

CARAVAGGIO’S HANDTEKENING

Op 8 mei van het jaar 1604 zet een jonge kunstenaar zijn handtekening onder een huurcontract voor een woning aan de Vicolo del Divino Amore (toen nog de Vicolo San Biagio), een steegje in het centrum van Rome. In 1593 was hij als 22-jarige jongen naar Rome gekomen. Zijn naam? Michelangelo Merisi da Caravaggio. Kortweg: Caravaggio, toekomstig meester van de Italiaanse barok.
De tien voorafgaande jaren was hij leerling geweest bij een gevestigd kunstenaar in Milaan. Ook na aankomst in de eeuwige stad moest hij zich eerst nog in het zweet schilderen als hulpjongen in de ateliers van anderen. Toch bewoog hij zich langzaam steeds meer in de juiste kringen en wist hij met zijn onmiskenbare talent de aandacht van potentiële opdrachtgevers te trekken.

Dankzij zijn steeds maar groeiende netwerk wist hij in 1604 een mooi, pas gerenoveerd huurhuis voor zichzelf te regelen. Een ogenschijnlijk oninteressant detail, ware het niet dat er zovéél geweldige details zijn overgeleverd van deze verhuizing. De nabijgelegen parochie van de San Nicola dei Prefetti hield namelijk nauwkeurig een archief bij van wie kwam en ging in de buurt.

SCHOENEN EN KIPPEN

In die oude archieven werd bij de jaartallen 1604-1606 niet alleen de naam Caravaggio gevonden als geregistreerde huurder. Leerling Francesco – inmiddels kon Caravaggio zich zijn eigen hulpje veroorloven – stond eveneens ingeschreven. Caravaggio en zijn leerling kwamen echter in huis bij een dame die al te boek stond als de hoofdhuurder: Prudenzia Bruni. Ook haar ‘situatie’ wordt omschreven: ze was getrouwd met Bonifacio Sinibaldi, schoenmaker én: handelaar in kippen.

De officiële documenten zijn een schat aan informatie voor wie van details houdt. Op basis van die informatie kan men reconstrueren dat, vanaf de San Nicola dei Prefetti gezien, het eerste palazzo aan je rechterhand het huis was dat op naam van Prudenzia Bruni stond. Dezelfde papieren registreren een verbouwing en restauratie van datzelfde pand vlak daarvoor, in de jaren 1601-1604. Bij die gelegenheid werd de beschikbare woonruimte in twee delen gesplitst, die als aparte woningen verhuurd konden worden. La Bruni verhuurde dus op 8 mei 1604 de helft van het huis aan de jonge schilder uit het noorden.

Hoe Caravaggio precies aan dit huis is gekomen, lijkt duidelijk. Eigenaar van het palazzo was Laerzio Cherubini, de edelman die hem de opdracht gaf om de Morte della Vergine te schilderen, tegenwoordig in het Louvre in Parijs. Maar ook andere lijntjes zijn te volgen: Prudenzia en haar man waren kennissen van Pietropaolo Pellegrini, het hulpje van de plaatselijke kapper Marco. Dat hulpje werd in juli van het jaar 1597 door de politie ondervraagd, in verband met een opstootje. Het verslag van die ondervraging is bewaard gebleven. De jongen beweerde Caravaggio al sinds 1596 goed te kennen.

Portret van Caravaggio uit 1621 (ca.)
Portret van Caravaggio uit 1621 (ca.)

HUISBREUK

Er zijn meer details. In het huurcontract dat Caravaggio op 8 mei ondertekende, liet hij zelf nog iets toevoegen. Hij wilde een verzoek op schrift laten stellen waarin hem officieel werd toegestaan de helft van de door hem gehuurde ruimte open te breken. Bruni was daar (vreemd genoeg) mee akkoord gegaan, op voorwaarde dat Caravaggio de boel op eigen kosten weer in originele staat zou herstellen, voor het einde van zijn huurtermijn. De interpretatie van Caravaggio’s verzoek is aan de fantasie van de lezer: wilde hij zijn plafond deels laten openbreken om meer licht binnen te krijgen, of zocht hij misschien naar mogelijkheden om aan gigantische doeken te werken? Het was bijvoorbeeld in deze periode dat hij de grote Morte della Vergine schilderde in opdracht van Laerzio Cherubini, eigenaar van het huis dat Caravaggio naar zijn zin vertimmerde.

Prudenzia Bruni duikt weer in de officiële archieven op als ze haar medehuurder een jaar later aanklaagt. Tot eind januari 1605 betaalde Caravaggio zijn huur regelmatig, maar daarna stopte hij daar ineens mee. In de maanden tussen februari en juli bouwde hij zo een flinke betalingsachterstand op. Bruni richtte zich tot het tribunaal en kreeg een dwangbevel mee waarmee ze spullen uit zijn woning rechtmatig kon confisqueren.

Het is, zoals gezegd, niet de enige keer dat Caravaggio in aanraking kwam met jusitie. Zijn geruchtmakende talent ging samen met een al even geruchtmakende opvliegendheid. In zijn korte leven zorgde hij talloze keren voor schandalen en had keer op keer aanvaringen met de politie. In de Romeinse tavernen kwam hij vaak in de problemen; meerdere malen draaide het op gevechten op straat uit. Het moest een keer misgaan: een ruzie in 1606 om een partijtje tennis (of om een vrouw, dat is onzeker) escaleerde, waarbij Caravaggio zijn tegenstander dodelijk verwondde. De meester van het chiaroscuro had nu een prijs op zijn hoofd staan en moest vluchten.

VICOLO DEL DIVINO AMORE

De naam Vicolo del Divino Amore heeft zijn naam duidelijk niet te danken aan de meest beroemde huurder die de steeg ook gekend heeft. Waaraan dan wel? In de tijd dat Caravaggio er zijn huurwoning betrok was het straatje vernoemd naar de SS. Cecilia e Biagio, maar die kerk werd in de 18de eeuw overgedragen aan de Confraternita del Divino Amore. Ondanks de schandalen die Caravaggio met hem mee de steeg in bracht, is de straat tot op de dag van vandaag naar de broeders van de Goddelijke Liefde vernoemd.

Judith onthoofdt Holofernes, een werk dat Caravaggio rond 1599 in Rome voltooide.
Judith onthoofdt Holofernes, een werk dat Caravaggio rond 1599 in Rome voltooide.

Doe mee met de conversatie

3 reacties

Plaats een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: