Sommige straten in Rome zijn vernoemd naar grote helden uit het verre verleden. Sommige straatnamen brengen bijzondere gebeurtenissen, roemrijke daden of zwarte bladzijden uit de geschiedenis van de eeuwige stad in herinnering. En dan is er die ene straat, die is vernoemd naar een aap…
Je verwacht het niet: midden in de wijk waar je de meest chique designerwinkels van Rome vindt, tussen Piazza del Popolo en de Spaanse Trappen, ligt een straat die is vernoemd naar een aap. Naar een baviaan, om precies te zijn. We wandelen vandaag in het Stratenboek van Rome over de Via del Babuino, en gaan op zoek naar de aap tussen de Gucci’s.
De marteltechniek van de paus: paardrijden met gewichten aan je benen
We gaan een paar eeuwen terug, naar de vijftiende eeuw om precies te zijn. Waar nu de kaarsrechte Via del Babuino, liep in die tijd een wat minder geordend parcours. De straat was bovendien in tweeën gedeeld. Het eerste deel werd Via dell’Orto di Napoli genoemd, omdat een kleine kolonie migranten uit Napels zich er had gevestigd. Vandaag de dag vind je nog een steegje met dezelfde naam, die aan Napels herinnert.
Het tweede deel van de straat had een minder gezellige naam. Via del Cavalletto mag in eerste instantie een onschuldige naam lijken, maar cavalletto verwijst hier niet naar een lief klein paardje, noch naar een schildersezel. Men zegt dat de straat was vernoemd naar de martelingen die hier op pauselijk bevel werden uitgevoerd. Veroordeelden moesten schrijlings op een soort houten ‘paardje’ plaatsnemen, terwijl aan beide benen gewichten werden gehangen die even zwaar waren als het misdrijf dat was begaan.
De straten verenigd
In 1525 liet paus Clemens VII onderhoudswerkzaamheden uitvoeren in deze buurt. De twee wat kronkelige straatjes Via dell’Orto di Napoli en Via del Cavalletto werden samengevoegd tot een lange rechte straat, die de paus met trots zijn naam gaf: Via Clementina. Het was paus Pius V die later enkele waterwegen liet omleiden in de richting van de Via Clementina, om er een fontein voor aan te kunnen leggen. Hij liet een bassin (uit de Romeinse tijd) overbrengen en liet daarboven een oud beeld van een Silene plaatsen.
Een Silene? Dat is een fabelachtig wezen, rechtstreeks afkomstig uit de oude Griekse mythologie. Van oudsher werden ze met fonteinen (waterbronnen) geassocieerd en vanaf de hellenistische periode vooral afgebeeld als mollige, harige wezens, vaak met niets meer aan dan een schapenvel. Bepaald niet moeders mooiste, die Silenen.
Er babuino, het lelijkste beeld van Rome
Het was natuurlijk aan het Romeinse volk – die ondefinieerbare entiteit die echter steeds concreet genoeg blijkt om wezenlijke veranderingen en gebruiken in de stad in het leven te roepen – om het nogal lelijke en verfromfraaide beeld van een passende bijnaam te voorzien: er babuino. Dit beeld was zo lelijk, oordeelden de Romeinen, dat het met niets anders dan een aap vergeleken kon worden.
Toch was het niet de onooglijkheid die het beeld zijn roem schonk. Eeuwig faam dankt er babuino aan een zekere kardinaal Dezza.
Dezza woonde vlak bij de fontein. Hij had de gewoonte opgepakt om, iedere keer als hij langs de fontein liep, zijn hoed af te nemen en een devote kniebuiging te maken. Misschien was hij bijziend, of gewoon nogal dromerig van aard, maar de goede Dezza bleek het misvormde beeld aan te zien voor een heilige…
Het verhaal van de kardinaal die knielde voor de heidense Silene nam al snel mythische proporties aan – het beeld werd langzaamaan steeds meer het onderwerp van grappen en satirische opmerkingen. De ‘baviaan’ groeide uit tot een symbool de hele straat – die ernaar vernoemd werd – en zelfs voor de hele stad. Dat het beeld zelf drager zou worden van de gevatte grappen van de Romeinen, zou later blijken.
Het genootschap van de sprekende beelden
Toen de roem van er babuino op z’n hoogst was, begonnen de Romeinen met de babuinate. Kleine, anonieme, scherp geformuleerde politieke verzen en satires, die als boodschap op briefjes en pamfletten werden achtergelaten op het beeld. Vaak waren ze direct gericht aan de paus. Het duurde niet lang of de babuino kon met recht worden toegelaten tot de congregazione degli arguti: het ‘genootschap’ van de ‘sprekende beelden’ in Rome.
Een echt genootschap is het natuurlijk niet; alle leden zijn immers van steen. Pasquino, Madama Lucrezia, Marforio, Abate Luigi (zie foto hieronder) en Il Facchino: het genootschap van de spitsvondigen bestond (en bestaat) veelal uit gehavende standbeelden, die zich her en der verspreid door het centrum van Rome verstoppen. De babuino paste perfect in het knotsgekke (maar daarom niet minder serieuze) rijtje.
Gesjouw met de baviaan
De aanleg van de fontein van de baviaan werd gefinancierd door Alessandro Grandi, aan wiens palazzo de fontein werd gebouwd. In 1738 werd palazzo Grandi echter gesloopt om ruimte te maken voor een nieuwe familie en hun stadsvilla: palazzo Boncompagni Cerasi. Bij die gelegenheid werd de fontein verplaatst naar een inhammetje even verderop in de straat. Het was helaas niet de laatste keer dat er gesjouwd werd met de baviaan…
In 1887 moest de Silenefontein om praktische redenen weer een nieuw onderkomen vinden. Dat werd de binnentuin van Palazzo Boncompagni Cerasi. Alleen het beeld ging daarheen; het oude Romeinse bassin werd overgeplaatst naar een andere fontein, aan de Via Flaminia.
Hoezeer Rome de baviaan in het hart hadden gesloten, bleek al snel. Dankzij aanhoudende steunbetuigingen en protesten van het volk werd er babuino in 1957 herenigd met het oude Romeinse waterbekken, en mochten ze samen gewoon weer terug naar het oude, vertrouwde plekje in de Via del Babuino. Daar kun je de fontein tot op de dag van vandaag vinden.