Vaak wordt me gevraagd of ik tips heb voor mensen die naar Rome gaan. Gelukkig heb ik even geleden Via Roma mogen schrijven, een (reis)boek dat je door de straten én de geschiedenis van Rome leidt (langs alle bekende en minder bekende bezienswaardigheden). Voor meer (ongewone) tips om je bezoek aan Rome zo bijzonder mogelijk te maken, kun je natuurlijk ook op dit blog terecht.
De lange weg naar de Sixtijnse Kapel
Een goede Rome-tip begint bij het afbakenen van de doelgroep: wie gaat er naar de Eeuwige Stad en vooral, voor de hoeveelste keer? Ben je al eens geweest en wil je thuiskomen met iets dat je nog niet wist over Rome? Ga dan naar de Vaticaanse Musea, en sla de Sixtijnse Kapel over.
De running gag die altijd door de gangen van de Vaticaanse Musea gonst is de eindeloze weg die je moet afleggen voordat je ein-de-lijk bij die Sixtijnse Kapel uitkomt – en hoeveel kunstschatten je daarvoor moet doorploeteren. Ga daarom eens (vrij letterlijk) tegen de stroom in, en bezoek de Vaticaanse Musea enkel en alleen om de prachtige Laocoöngroep te bewonderen.
De vondst van Michelangelo
Deze indrukwekkende beeldengroep van bijna twee meter hoog werd in het jaar 1506, onder toeziend oog van niemand minder dan Michelangelo, onder de grond gevonden, vlak bij de plek waar nu het Colosseum staat. De vondst heeft, onder andere via Michelangelo, een grote invloed gehad op de Italiaanse kunst van de renaissance.
Wat we zien: de Trojaanse priester Laocoön en een van zijn zoons sterven, terwijl de tweede zoon nog tevergeefs aan hetzelfde lot probeert te ontkomen. Juist nadat hij de Trojanen had willen overtuigen van het feit dat het grote paard niets meer was dan een list van de Grieken, werden Laocoön en zijn zoons aangevallen door gigantische slangen die uit de zee kwamen kruipen.
Het beeld laat de priester zien op het moment suprème van zijn doodsstrijd, zich losworstelend uit de steeds beklemmender wordende greep van de slang; al zijn spieren zijn aangespannen en zijn gezicht vertrekt van de pijn. Het zoontje van Laocoön, rechts van hem, lijkt zich reeds aan de dood te hebben overgegeven, terwijl de ander nog aan het slangenlijf probeert te ontsnappen – ondertussen vol afschuw kijkend naar wat er achter hem gebeurt. De contrasten druipen van het beeld af: mens en beest, leven en dood, ouderdom en jeugd.
Schaamteloze emotie
Alles aan de Laocoöngroep vertoont kenmerken van de stijl die past bij de hellenistische periode, die ongeveer loopt vanaf de veroveringen van Alexander de Grote (eind 4de eeuw voor Christus) tot de val van de dynastie van de Ptolemaeën; toen Cleopatra haar troon aan de Romeinen moest afstaan in 30 voor Christus. Alexander de Grote creëerde een nieuwe wereld, die vroeg om nieuwe kunst. Individuele smaak kwam naar voren in sculpturen, waar men voorheen vooral een klassiek voorbeeld nastreefde. Er kwam ruimte voor realisme; ouderdom en ziekte konden onderwerp zijn van een kunstwerk, in plaats van enkel geïdealiseerde portretten.
Juist deze kunst had een geweldige invloed op de Romeinen, en via hen op het Italië van de renaissance. Diezelfde Romeinen waren overigens de grootste afnemers van (kopieën van) Griekse kunstwerken; zij hielden de vraag hoog naar hellenistische kunst, maar bleven ook eindeloos gecharmeerd van klassieke en zelfs archaïsche beelden. De Laocoöngroep, die gedateerd kan worden tussen de 1ste eeuw voor en de 1ste eeuw na Christus, past daarom precies bij zijn tijd: een klassiek mythologisch onderwerp wordt verbeeld in een technisch hoogstaand kunstwerk, waarin klassieke ingetogenheid plaats heeft gemaakt voor schaamteloze emotie.
Laocoön dus. Heb je Michelangelo’s plafond echter nooit met eigen ogen mogen aanschouwen? Heb je nooit ervaren hoe het is om, met pijn in je nek van het omhoog kijken, je staande houdend tussen de duwende toeristen om je heen die stiekem foto’s willen maken, door de schilderingen van je voeten te worden geblazen? Vergeet wat ik gezegd heb, volg de bordjes en loop onmiddellijk door naar de kapel, waar Michelangelo boven zichzelf uitsteeg en bijna-bovenaardse schilderkunsten vertoond heeft.
De vraag is altijd: waarom is de Sixtijnse Kapel eigenlijk bijzonder? Waarom holt iedereen er naar toe? Het is donker, ddruk en alle details kun je op het internet vinden… En toch…. Het blijft een indrukwekkende ervaring. Iedere afbeelding die door Michelangelo is gemaakt, was anders was dan alles wat men daarvoor ooit had gezien, Kijk eens naar God die licht en duisternis scheidt: God als Superman in een nauwe roze jurk, God is creatie, is energie, is letterlijk wervelende beweging. In grote haastige dynamische streken… Het gaat er vooral om om langer te kijken van 2 minuten. Hoe langer je kijkt, hoe meer je ziet (en herkent met goede uitleg vooraf). Anders is het inderdaad Disney. De belangrijkste tip voor: ‘hoe overleef ik de Sixtijnse Kapel?’ Trek je niks aan van die andere mensen, niet op reageren, niet aan ergeren, niet aan denken. En probeer niet te fotograferen, maar KIJK… met je eigen ogen en geest. Toch maar niet overslaan..? Je moet wel want de musea zijn onafwendbaar éénrichtingverkeer… Even kopje koffie vlak voor je kapel ingaat tegenover de toiletten en je kunt er weer helemaal tegenaan… 🙂 !
Eindelijk, eindelijk je blogg voor mijn neus.. It’s about time! En nu lezen, leuk!! X
… waar nu het Colosseum staat.
Stond dat dan vroeger ergens anders?
Hi Bart! Nee hoor, daarmee bedoel ik dat voordat het Colosseum daar stond, het paleis van Nero zich op diezelfde plek bevond. Het Colosseum heeft, vanaf de bouw in de periode van de Flavische keizers, altijd daar gestaan. Wel is bekend dat voordat er amfitheaters van steen werden gebouwd in Rome en andere steden in het rijk, er allerlei tijdelijke houten constructies werden neergezet voor gladiatorenspelen!
Een mooie reactie van Sandrina Bokhorst; ik ben het helemaal met haar eens. Men doet er goed aan alle ergernis opzij te zetten, dan kun je er pas van genieten. Mij viel het op dat er maar zo weinig mensen naar de pinacotheek van het Vaticaan gaan. Daar valt ook zo veel moois te zien!