
In 1819 kocht de Spaanse kunstenaar Francisco Goya een huis vlak bij Madrid, genaamd Quinta del Sordo, het Huis van de Dove. De villa was vernoemd naar de voormalige eigenaar, die doof was, maar ook Goya zelf kon sinds een ziekbed in 1792 niet meer goed horen. Hij was al in de 70 toen hij het huis kocht en in een donkere periode in zijn leven beland, waarin hij de wereld en de mens met een diep pessimisme bekeek. Hij besloot de wanden van zijn nieuwe huis zelf te beschilderen en startte daarmee een serie werken die bekend zijn geworden onder de naam pinturas negras: zwarte schilderijen. Het werk dat je hier ziet, dat later de titel ‘Saturnus die zijn kind verslindt’ heeft gekregen, maakte hij speciaal voor de eetkamer.
Goya’s zwartgalligheid had een tweeledige oorsprong: hij was zelf verschillende malen getroffen geweest door ernstige ziektes en had op het randje van de dood gebalanceerd, maar daarnaast was het hele land in rep en roer vanwege een liberale staatsgreep in 1820, gevolgd door een Franse inval in 1823 die de absolutistische macht van Ferdinand VII bewerkstelligde. Zijn teleurstelling en bitterheid over het leven, de maatschappij en de mensheid uitte Goya op de wanden van zijn woonhuis. Dat we hier naar een pintura negra kijken is wel duidelijk, maar het symbolische zwarte op dit doek is toch wel het onderwerp: een van de meest wrede en bloeddorstige mythen uit de oudheid.
Saturnus (Grieks: Cronos) was de zoon van Uranus en Gaea en behoorde tot het godengeslacht der Titanen. Gaea baarde Uranus een aantal monsterlijke kinderen, waaronder niet alleen Saturnus maar ook de eenogige cyclopen. Uranus dwong de kinderen die zij nog baarde steeds weer terug naar binnen, totdat Saturnus het niet langer aan kon zien en de echtelijke kamer van zijn ouders binnendrong om met een zeis de geslachtsdelen van zijn vader af te hakken. Hij gooide ze in de zee, waarna uit de golven de godin Venus werd geboren. Saturnus bevrijdde zijn broers en zussen en overmeesterde zijn eigen vader.
Met een al even wilde tirannie als zijn vader begon Saturnus hierna echter het heelal te besturen. Hij hield al zijn broers gevangen in de onderwereld, de Tartarus, en had de wrede gewoonte ontwikkeld zijn kinderen direct na de geboorte op te eten. Er was hem namelijk voorspeld dat hij door zijn eigen kind van de troon gestoten zou worden. Juno, Pluto, Neptunus: hij had al een flink aantal van zijn bloedeigen kinderen met huid en haar verslonden, toen Jupiter geboren werd en de moeder besloot dat dit niet langer zo door kon gaan. Om Saturnus tevreden te houden wikkelde ze een steen in een doek en gaf hem deze te eten, als was het de pasgeboren Jupiter. Deze laatste werd echter in het geheim grootgebracht. Toen Jupiter volwassen genoeg was ontketende hij een revolte tegen zijn vader onder de Titanen; Saturnus werd gedwongen de kinderen die hij had opgegeten weer uit te braken en hij werd zelf naar de Tartarus verbannen.
De kans dat Goya zijn schilderij maakte met de bedoeling om het aan het grote publiek te tonen, is heel klein. Desalniettemin is het werk uiteindelijk geëindigd in het beroemde Museo del Prado in Madrid, waar het tot de dag van vandaag te bewonderen valt.