‘Iedereen hoopt een hoge leeftijd te bereiken, maar zodra die dan is bereikt spreekt men er kwaad van.’ Wat is dat toch met ouderdom; waarom zijn wij mensen vaak zo ongelukkig met het simpele en onontkoombare feit dat we ouder worden? Een ding is zeker: de wens om altijd jong te blijven is niet van deze tijd. De beroemde Romeinse redenaar Cicero schreef in 45 v.Chr. zelfs een heel boek over ‘de kunst van het ouder worden’.
Cicero & Caesar
Marcus Tullius Cicero, die leefde tussen 106 en 43 v.Chr., schreef een filosofisch traktaat over ouder worden. Hij deed dat op het moment dat hij zelf net de zestig was gepasseerd – in zijn tijd al een vrij respectabele leeftijd. Dat hij nog leefde was, in de roerige tijd die het was, zelfs vrij uniek te noemen: in de grote Romeinse burgeroorlog tussen de generaals Julius Caesar en Pompeius de Grote (49-45) had Cicero op het verkeerde paard gewed. Dat Caesar hem in leven liet was een klein wonder.
Er was nog een gebeurtenis die de nodige invloed had op het werk van Cicero, die altijd vooral bezig was geweest zichzelf te profileren als staatsman en redenaar. In de jaren 45-44 wijdde hij zich aan een veel meer teruggetrokken bezigheid: het schrijverschap, en in het bijzonder het schrijven van filosofische boeken. De onverwachte dood van zijn geliefde dochter Tullia in het jaar 45 heeft ongetwijfeld iets te maken gehad met deze ommekeer.
Tips van Cato, via Cicero
Zo kwam het dat Cicero het plan opvatte een boekje te schrijven over het thema ‘ouderdom’. Zijn ideeën over het ouder worden schreef Cicero, zoals hij wel vaker deed, op in de vorm van een fictieve dialoog gevoerd door illustere historische personages. En wanneer het op het thema ouderdom aankwam, was er geen krachtiger en roemruchtiger naam dan deze: Marcus Porcius Cato (234-149). De wijsheden over de kunst van het ouder worden, waar we hieronder een paar van zullen lezen, komen in Cicero’s De Senectute (Over de ouderdom) dus naar voren bij monde van de beroemde senator Cato.
Elke leeftijd is zwaar voor wie geen geluk kent
Het is misschien niet geheel onverwacht dat de toon in het hele boekje optimistisch is. Ouder worden is niet vervelend of zwaar: het is juist heel erg prettig. Bovendien, zo legt Cato uit, heeft je gemoedstoestand in feite heel erg weinig met je leeftijd te maken:
Mensen die van zichzelf niets hebben wat hen helpt om goed en gelukkig te leven, voor die mensen is elke leeftijd bezwaarlijk.
Eigenlijk is het heel vreemd te denken dat er iets ‘mis’ zou zijn met de ouderdom – is er iets natuurlijker dan de vergankelijkheid der dingen? Daarbij heeft de natuur de ouderdom er niet bekaaid vanaf laten komen; ze heeft niet meer haar best gedaan op de jeugdige fasen. De natuur, zo schrijft Cicero, heeft op iedere levensfase haar best gedaan; ook op de laatste, de onvermijdelijke:
Er moet toch echt een laatste fase komen, net als bij het fruit aan de bomen en de vruchten van het veld, die op de juiste tijd rijpen en dan verschrompelen en vallen.
De vrije kunsten laten je nooit in de steek
Goed, de ouderdom is dan misschien natuurlijk en onvermijdelijk, maar maakt dat het leuker? Hoe kunnen we nu werkelijk die levensfase, waarin alles onvermijdelijk zwaarder wordt, leren beter te verdragen? Gedurende je leven werken aan jezelf, aan jouw innerlijke wijsheid, is een allereerste voorwaarde, meent Cicero. Want:
Bij extreme armoede kan de ouderdom zelfs een wijze niet licht vallen. Maar voor een dwaas is de ouderdom zelfs zwaar met zeer ruime middelen.
Daarmee geeft Cicero eigenlijk al weg wat hij ‘de meest geschikte wapens’ vindt die je op je oude dag in elk geval moet hebben om deze levensfase zo goed mogelijk te beleven. Die wapens, dat zijn:
De vrije kunsten en de beoefening van deugden! Als je daaraan in elke levensfase veel aandacht hebt besteed, dan zullen ze na een lang en intens leven de prachtigste vruchten voortbrengen. Ik bedoel nu niet alleen dat ze je nooit in de steek laten, zelfs niet tegen het einde van je leven, als is dat natuurlijk wel een heel belangrijk gegeven. Maar het besef van een goed geleefd leven, de herinnering aan een veelheid van goede daden, is uitermate plezierig.
Angst voor de dood
Ook de zwaarste last die drukt op het gemoed van mensen in hun laatste levensfase komt bij Cicero aan bod: angst voor de naderende dood. Over dat onderwerp kan de Romeinse redenaar kort maar krachtig zijn. Want er zijn eigenlijk maar twee opties: of de dood dooft de ziel compleet uit en verdient dus helemaal geen aandacht, of de dood brengt de ziel ergens naartoe voor een eeuwigdurend bestaan – in dat geval is ze dus eigenlijk wenselijk. ‘Een derde mogelijkheid is in elk geval niet te bedenken.’
Meer Cicero over ouderdom?
Bovenstaande citaten en wijsheden zijn afkomstig uit de vertaling van Vincent Hunink (2009):
De kunst van het oud worden
Marcus Tullius Cicero
vertaald door Vincent Hunink
Athenaeum-Polak & Van Gennep
De kunst van het oud worden is als ebook te bestellen via Bol.com.
Geeft op mijn leeftijd wel weer kracht. Het blijft een genoegen je bijdragen te lezen!
Dankjewel Anneke :)!
Dit is op goodthingsfromitaly herblogd.