In Rome liggen de verhalen uit het verleden letterlijk op straat. Aan de hand van straatnamen die je op de bordjes – sinds 1814 van marmer dankzij paus Pius VII – kunt lezen, wandel je de geschiedenis van de eeuwige stad letterlijk achterna. Vrijwel iedere via, vicus of viale is namelijk vernoemd naar een persoon of gebeurtenis die het leven van de stad Rome op de een of andere manier getekend heeft.
Omdat het Boekenweek is, bewandelen we vandaag een straat die vernoemd is naar een kunstliefhebber pur sang; de man die beroemd werd als beschermheer van Romeinse schrijvers en dichters. Welkom op de Via Mecenate, de ‘Weg van Maecenas’.

MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Keizer Augustus (63 v.Chr.-14 n.Chr.) stond erom bekend de rust en vrede te hebben teruggebracht in het Romeinse rijk. De pax augustea, de ‘vrede van Augustus’, was meer dan welkom na decennia van burgeroorlogen en onrust. De rust in het rijk en in Rome ging gepaard met groeiende welvaart; perfecte omstandigheden voor kunst en cultuur om op te bloeien. Dat gebeurde, niet in de laatste plaats omdat het door de keizer zelf gestimuleerd en toegejuicht werd.
Onder keizer Augustus diende een zekere Gaius Cilnius Maecenas, een telg uit een rijke familie van Etruskische oorsprong. Maecenas trad vaak op als Augustus’ vertegenwoordiger op buitenlandse reizen, die de keizer onmogelijk allemaal zelf kon maken. Een soort minister van buitenlandse zaken avant-la-lettre, dus. Maar Maecenas was meer dan dat; hij had zich dankzij zijn diplomatieke talent opgewerkt tot persoonlijk adviseur, vertrouweling en vriend van de keizer.

LITERAIRE KRING
Nog voordat zijn politieke carrière die vlucht had genomen, besteedde Maecenas de rijkdom die hij van huis uit had meegekregen aan zijn grote liefde: dichtkunst en literatuur. Op de Esquilijn in Rome liet hij een riante villa bouwen met prachtige tuinen. De horti maecenatis werden ze genoemd, beroemd geworden als de plek waar Maecenas de grootste dichters van zijn tijd bijeen bracht (Vergilius, Propertius en Horatius). Maecenas creëerde zo een literaire kring en maakte zijn eigen huis het centrum ervan. En wie denkt dat men daar enkel hoogdravende poëtische voordrachten hield, heeft het mis; de uitbundige feesten die Maecenas organiseerde op de Esquilijn waren bijna net zo beroemd als zijn diplomatieke talenten.
Politiek en kunst kwamen niet alleen figuurlijk samen in de persoon van Maecenas, maar ook letterlijk: als boezemvriend van Augustus zorgde hij ervoor dat de literaire talenten van mannen als Vergilius en Horatius werden aangewend in de propagandamachine van de keizer. De schrijvers waren financieel afhankelijk van het duo Maecenas-Augustus en wisten onder hun bescherming sommige van de grootste meesterwerken van de oudheid te creëren. Maecenas ging de geschiedenis in als de eerste sponsor van de kunsten. Zijn naam leeft nog altijd voort in onze en andere talen: mecenas is het algemene woord voor een patroon van de kunsten geworden.
ONDER DE GROND


Maecenas’ villa werd gebouwd tussen 42 en 35 v.Chr. op de eerdergenoemde Esquilijnse heuvel in Rome, precies in het gebied waar de huidige Via Mecenate loopt (Mecenate = Italiaans voor Mecenas). Ondanks de beruchte overdadigheid van het complex en vooral van de tuinen (er zou een wijngaard bij aangelegd zijn, en een zwembad gevuld met warm, thermaal water), is er weinig teruggevonden van de villa en horti maecenatis. Het zogenaamde Auditorium van Maecenas, bij opgravingen in de 19de eeuw gevonden, is alles wat er rest, althans als de interpretatie van deze ondergrondse ruimte als zodanig klopt. Het gaat om een grote zaal met apsis en verschillende constructies voor de aanvoer van water, die misschien niet als ‘autitorium’ diende, maar als eetzaal (triclinium).
In de omgeving zijn in diezelfde eeuw nog wel verschillende significante vondsten gedaan. Veel daarvan vind je tegenwoordig terug in de Capitolijnse Musea, waar een hele zaal is gewijd aan de Tuinen van Mecenas (Sala degli Orti di Mecenate). Hier kun je de mozaïeken, sculpturen en andere kunstwerken bewonderen die de riante stadsvilla eens gesierd moeten hebben. Of ze allemaal aan de patroon van het huis, tegelijkertijd patroon van de kunsten in het algemeen, toebehoorden, is misschien niet met zekerheid te zeggen. Maar wie de Via Mecenate in Rome bewandelt, stapt zeker in de voetsporen van Vergilius, Horatius, Propertius en Maecenas, die, gebonden door hun liefde voor de kunsten, tweeduizend jaar geleden op precies die heuvel samenkwamen.