In de winter is Rome misschien wel op z’n Romeinst. De bomen zijn nog kaal maar de zon schijnt vaak en warmt de stad al een beetje op. Op straat wemelt het niet van de groepen toeristen, zodat het dagelijkse Romeinse leven een stuk meer zichtbaar is. Het is de enige periode in het jaar waarin je Rome af en toe zelfs helemaal voor jou alleen lijkt te hebben. Toen ik met Ciao tutti werd uitgenodigd om de winter in Rome* te beleven, waren mijn koffers dan ook snel gepakt.
Over de culturele hoogtepunten van die reis zal ik op Orpheus kijkt om nog schrijven, maar ik begin met een kleine ode aan de ongekroonde ‘Re dell’Inverno’, winterkoning van Rome: de artisjok. Een culinair hoogtepunt dus, alhoewel er aan de artisjok in Rome zoveel traditie kleeft dat je het niet alleen een symbool van de lokale keuken, maar ook onderdeel van de Romeinse cultuur kunt noemen.
Romeinse artisjokken (carciofi romaneschi, ook wel mammoli genoemd) koop je natuurlijk op de markt. Een van de meest uitgebreide markten van Rome is die in de wijk Testaccio, vlak bij het voormalige slachthuis van Rome (en een prachtig staaltje street art van Romes beroemde wolvin).
Testaccio is de wijk waar zich in het oude Rome een haven en grote opslagmagazijnen voor voedsel bevonden. De zogenaamde ‘Schervenberg’ (een heuvel letterlijk opgebouwd uit scherven van stukgeslagen Romeinse opslagvaten en andere vazen) is daar een bijzondere herinnering aan, maar ook onder de huidige markt van Testaccio zijn resten gevonden van deze aan de import van voedingsmiddelen gerelateerde structuren.
De markt zelf is tegenwoordig, net als een hoop delicatessenwinkels en restaurantjes in de wijk, een paradijs voor foodies (een leuke manier om kennis te maken met al dat lekkers is via deze Taste of Testaccio Food Tour). Je kunt er bijna geen boodschappen doen zonder ook even te stoppen bij een van de talloze standjes met typisch Romeinse of Italiaanse snacks (veelal street food), broodjes of andere tussendoortjes. Bij de groentekramen liggen de artisjokken vaak prachtig uitgestald. Meestal kun je ze niet alleen met alle bladeren er nog aan, maar ook ontdaan van de oneetbare delen kopen – klaar om te bereiden.
Om meer te weten te komen over de bereiding van artisjokken op authentieke Romeinse wijze, moet je vervolgens een andere wijk in de stad opzoeken: het zogenaamde Joodse getto. Hier bloeit nog altijd de Joodse gemeenschap van Rome, die niet alleen een eeuwenlange geschiedenis heeft maar ook beroemde culinaire specialiteiten.
Langs de Via del Portico d’Ottavia, het hart van de wijk, vind je dan ook talloze koosjere restaurants, bakkerijen en andere delicatessenzaakjes (proef bijvoorbeeld de zoete ‘pizza Beridde’ of ‘pizza ebraica’ bij bakkerij Boccione op de hoek). Hoewel deze artisjokken in bijna heel Rome op de kaart staan, kun je eigenlijk alleen hier de enige echte carciofi alla giudia proeven – artisjokken op Joodse wijze.
Casa Mia Italy Food and Wine tours nam ons mee naar Nonna Betta voor een kijkje in de keuken en een kooklesje. Hoe simpel de bereiding ook is – de buitenste bladeren van de artisjok worden verwijderd, waarna de artisjokken twee keer gefrituurd en met zout bestrooid worden – het resultaat is overheerlijk.
Uitgegeten? Neem dan even een kijkje bij de archeologische resten die je in en om het getto vindt, zoals de Portico d’Ottavia, de drie resterende zuilen van de Tempel van Apollo Sosianus en de Tempel van Marcellus – drie monumenten die herinneren aan het Rome van Augustus.
* De reis werd georganiseerd door The Beehive, in samenwerking met Romewise, EatingEuropeTours, Casa Mia Italy Food and Wine tours, Vinoroma, Context Travel en ScooteRoma tours. Reisgenoten waren Ciao tutti, Lost in Florence, Stai al Borgo, Travels of Adam, No half Measures en Too much Tuscany.