Er is een plek in Rome, aan de oever van de Tiber, waar je in alle rust kunt genieten van het dromerige, lieflijke, prachtige werk van renaissancemeester Raphaël. Die plek is niet, zoals te verwachten valt, in de drukke Vaticaanse Musea te vinden, maar in een bijna vergeten hoekje van de wijk Trastevere. Daar vind je een beeldschone renaissancevilla genaamd de Villa Farnesina.
De Villa Farnesina werd begin 16de eeuw gebouwd in opdracht van Agostino Chigi, een telg uit een rijke Toscaanse bankiersfamilie. De villa werd ontworpen door architect Baldassarre Peruzzi, maar de fresco’s die je binnen vindt zijn de werkelijke bezienswaardigheid: ze werden gemaakt door onder andere Raphaël, Sebastiano del Piombo, Giovanni Antonio Bazzi (‘il Sodoma’) en Peruzzi zelf.
Chigi was een ware mecenas, een ambitieuze kenner en patroon van de schone kunsten. Hij werd in 1466 geboren in Siena. In Rome bewoonde Chigi aanvankelijk, samen met zijn vrouw Margherita Saracini, een woning aan de Via dei Banchi. Margherita stierf echter in 1508, toen het echtpaar nog kinderloos was. Chigi ging een relatie aan met Imperia, een beruchte Romeinse courtisane die niet alleen om haar schoonheid, maar ook om haar culturele onderlegdheid bekend stond. Imperia schonk hem een dochter, Lucrezia.
Korte tijd later maakte Chigi ook Margherita Gonzaga het hof, de dochter van de markies Francesco Gonzaga van Mantua. Toen hij weer later naar Venetië ging voor zaken werd hij verliefd op een meisje van eenvoudige komaf, Francesca Ordeaschi. Met dat meisje zou hij uiteindelijk opnieuw trouwen en zijn intrek in de Villa Farnesina nemen, die hij geheel naar zijn persoonlijke smaak had laten bouwen.
De kunstenaars aan het werk in de Loggia di Galatea
In mei van 1505 had Agostino Chigi de opdracht om de villa te ontwerpen en bouwen gegeven aan Baldassarre Peruzzi, een schilder, architect en decorontwerper uit zijn eigen geboorteplaats Siena. Twee jaar nadat de bouw van start was gegaan, kon men ook beginnen met het verfraaien van het interieur.
Baldassare Peruzzi begon met de fresco’s in de zogenaamde Stanza del Fregio, die dienst deed als ontvangstkamer voor de gasten, maar ook als ceremoniezaal. De schilderingen zitten vol allegorische toespeling op de deugden van zijn opdrachtgever, en verbeelden de twaalf werken van Hercules en andere mythologische episodes. Peruzzi moest nog aan de Loggia di Galatea beginnen toen Agostino Chigi begin 1511 terugkeerde uit Venetië en de jonge, talentvolle kunstenaar Sebastiano del Piombo mee had genomen om deze ook in de villa aan het werk te zetten. Even later kreeg ook Raphaël opdracht om mee te komen werken aan de schilderingen. Samen begonnen ze aan de Loggia di Galatea.
Negen van de fresco’s in de lunetten (de tiende werd versierd door Peruzzi met een gigantische jong hoofd), beschilderde Sebastiano del Piombo met diverse scènes uit de Metamorfosen van Ovidius. Een van de muren versierde hij met een groot fresco van Polyphemus, terwijl Raphael aan een figuur uit dezelfde mythe werkte, de bevallige nimf Galatea die, gevangen tussen de zeewezens, weggedragen wordt van haar minnaar op een schelp getrokken door dolfijnen.
De zaal van de liefde: Raphaëls Loggia di Amore e Psiche
Nadat de fresco’s van Polyphemus en Galatea voltooid waren, onderbrak Agostino Chigi de werkzaamheden voor meer dan vijf jaar – men vermoedt dat hij dat deed omdat Raphaël elders verplichtingen had. Toen Raphaël rond 1517 weer beschikbaar was, wist Chigi, die nu op het punt stond te trouwen met Francesca Ordeaschi, dat de grote loggia die hij moest decoreren de plek zou worden waar het huwelijk zou plaatsvinden.
Raphaël was de aangewezen persoon om hier een serie fresco’s te maken die alle huwelijksgasten stijl achterover zou doen slaan van bewondering. In de loggia, het centrale aandachtspunt van de villa, kon de schilder zich volledig overgeven aan zijn creativiteit. Hier maakte hij geen afzonderlijke schilderingen, maar een doorlopend verhaal, waar natuurlijk een toespeling op het aanstaande huwelijk in verwerkt moest worden. De keuze viel op het verhaal van Amor en Psyche, een mythologisch liefdesverhaal dat in de vijftiende eeuw erg populair was, afkomstig uit een boek van de Romeinse schrijver Apuleius.
Om het geheel een zo feestelijk en spectaculair mogelijke uitstraling te geven, toverde Raphaël het plafond van de loggia om tot een soort hemelse pergola, als om de vegetatie van de voorliggende tuin naadloos over te laten gaan in de kunstzinnige aankleding van de loggia (oorspronkelijk de hoofdingang van de villa). De fresco’s stellen scènes voor uit het verhaal van Amor en Psyche. In het midden creëerde Raphaël de twee schitterende schilderingen: het Goddelijke Bruiloftsmaal en, als fabuleuze grande finale van het geheel, het Huwelijk van Amor en Psyche.
Terwijl Raphaël, met behulp van talloze andere getalenteerde schilders, in de loggia werkte aan de voltooiing van zijn ontwerp, begon men ook met de decoratie van de eerste verdieping. Het meest intieme project was ongetwijfeld de slaapkamer waar het bruidspaar de eerste huwelijksnacht zou doorbrengen (de Stanza delle Nozze). Chigi vertrouwde die klus toe aan Giovanni Antonio Bazzi, ook wel ‘il Sodoma’ genoemd, een schilder geboren in Vercelli in het noorden van Italië. Het idee voor het onderwerp, het huwelijk van Alexander de Grote en Roxane van Bactrië, was echter afkomstig van Raphaël – die het verhaal kende van een beroemd schilderij uit de Griekse oudheid dat niet is overgeleverd maar wel door de Romeinse schrijver Lucianus is beschreven.
De overige zalen
De Sala delle Prospettive tenslotte, eveneens op de eerste verdieping, werd vernoemd naar de geschilderde stadsgezichten en landelijke uitzichten, gevangen tussen nagemaakte zuilen, waarin steeds op ingenieuze wijze gebruik is gemaakt van perspectief – het werk van Baldassare Peruzzi, nu op het hoogst van zijn kunnen. In deze zaal werd het bruidsbanket van Chigi en Ordeaschi gehouden.
Uitbundige feesten met illustere gasten zouden in de laatste jaren van Chigi’s leven veelvuldig in de prachtvilla aan de Tiber hebben plaatsgevonden. Geschiedschrijvers laten ons weten dat in 1518, ter gelegenheid van de doop van Chigi’s zoon Lorenzo Leone, gouden sieraden en het zilverwerk van het banket in de Tiber werden gegooid als teken van vrijgevigheid. Er gingen echter ook geruchten dat de gewiekste bankier van tevoren netten in de rivier had gespannen om alle kostbaarheden weer netjes terug te kunnen vorderen…
Na de overname van de villa door kardinaal Alessandro Farnese (en de dood van zijn neefje Odoardo, aan wie hij de villa als erfenis had geschonken), werd de Villa Farnesina verlaten. Slechts af en toe verbleef er een prominente gast, zoals koningin Christina van Zweden en diverse ambassadeurs van koning Lodewijk XIV. In 1735 werd het gebouw via de erfenis van Elizabeth Farnese geschonken aan Carlo IV, koning van de Twee Siciliën, waarna het de residentie werd van verschillende Napolitaanse diplomaten. Toen de laatste koning van Napels afstand moest doen van zijn troon, gaf hij de villa aan de Spaanse ambassadeur in Napels, Salvador Bermudez de Castro, hertog van Ripalta. Uiteindelijk werd de Villa Farnesina in 1927 opgekocht door de Italiaanse staat, waarna het eerst zetel van de Italiaanse Academie werd en vervolgens in beheer werd gegeven aan de Accademia Nazionale dei Lincei (gevestigd in het tegenoverliggende Palazzo Corsini).
Een bezoek brengen aan de Villa Farnesina?
De villa is geopend op maandag t/m zaterdag van 9 uur tot 14 uur. Elke tweede zondag van de maand kun je de villa met een gids bezoeken. Plan je bezoek via de website van de Villa Farnesina.