♦ Dit is een aflevering in de serie Straatverhalen van Rome ♦
Romeinse suburb
Piazza della Suburra is niets meer dan een onbeduidend pleintje in de levendige Romeinse wijk Monti. De naam is een stuk minder onbeduidend; direct naast het marmeren straatbordje vind je een inscriptie die de herkomst van de naam verraadt. Piazza della Suburra is vernoemd naar wat je duizenden jaren geleden op deze plek in Rome aantrof. In de oudheid heette deze wijk Subura – een naam die waarschijnlijk is afgeleid van sub urbe, oftewel ‘onder de stad’ (het stadsdeel is lager gelegen dan het oudste bewoonde deel, de Palatijn), alhoewel verschillende verhalen de ronde zijn gegaan over de herkomst.
De Romeinse wijk Subura strekte zich vanaf Monti uit tot aan de Esquilijnheuvel en was verbonden met het Forum Romanum via de Argiletum, een belangrijke en drukke straat in het oude Rome. Volgens een inscriptie (CIL VI.9526: Sebura maiore ad ninfas) werd de wijk op een bepaald moment in tweeën opgedeeld. Subura Maior was het beruchte, lawaaierige deel van de wijk, dat het dichtst bij het Forum Romanum lag en waar zich alle woningen en winkels concentreerden. Subura Minor lag wat hoger, was minder dichtbevolkt en dus een stuk minder gevaarlijk: hier waren de panden statiger en de lucht gezonder. Straatnamen als Vicus Patricius en Vicus Cyspius verraden dat de huizen hier bewoond werden door senatoren en andere nobele families.
“Wandelen door de Subura moet een levendige maar smerige, stinkende en niet ongevaarlijke ervaring zijn geweest”
Red light district
In antieke bronnen, zowel literaire als epigrafische, wordt de Subura vaak genoemd. Het was er ‘lawaaierig, nat en vies,’ aldus Martialis (XII.18.2 en V.22.5-9). De Subura was in de oudheid een bekende tippelzone, schreef diezelfde dichter (II.17, VI.66.1-2 en XI.61.3), het ‘red light district’ van het oude Rome. Er werd veel gehandeld in de straten van de Subura, in etenswaren, delicatessen en allerlei goederen. Wandelen door de Subura moet een levendige maar smerige, stinkende en niet ongevaarlijke ervaring zijn geweest in de oudheid.

Antieke flatgebouwen
Hoogbouw was de norm voor de woningen in de volkswijk Subura. De over het algemeen straatarme bewoners van Rome woonden in insulae (letterlijk: eiland), een soort antieke variant van flatgebouwen. De kleine, bedompte kamers in zo’n ‘flat’, die tot wel vijf verdiepingen kon tellen, werden verhuurd als woning – eerder in de praktijk vooral als slaapplek. Koken, eten, drinken en toiletteren deed men niet ‘thuis’, maar buiten de deur, bij een thermopolium (de antieke variant van een afhaalrestaurant), bij fonteinen en bij openbare toiletten. De ruimtes op de begane grond waren niet bedoeld als woningen; hier bevonden zich de toonbaken van de tabernae, de winkeltjes die hun goederen of diensten aan de straat verkochten. Door slechte bouwconstructies en het gebruik van hout bij de bouw van de flats, kwamen instortingen en brand regelmatig voor.
“Volgens Suetonius stond de wieg van niemand minder dan Julius Caesar in de Subura”
Beroemde bewoner
Toch waren er delen van de Subura die minder moeten hebben gekrioeld van ratten, hoeren en rottende etenswaren. L. Arruntius Stella, consul van Rome in het jaar 101, had volgens Martialis een huis in deze wijk. De meest beroemde ‘Suburiaan’ was echter iemand anders. Volgens Suetonius stond de wieg van niemand minder dan Julius Caesar in de Subura:
‘He lived at first in the Subura in a modest house, but after he became pontifex maximus, in the official residence on the Sacred Way.’ (Suet. Caes. 46).
Via Cavour
De inscriptie die in de inleiding al werd genoemd, naast het straatbordje van Piazzal della Suburra, vind je op de hoek van het gebouw dat direct naast de ingang van metrohalte Cavour staat. De tekst is onderdeel van een gedenksteen die herinnert aan een kerk die er niet meer is: S.Salvatore alle Tre Immagini. Stefano Copo liet die kerk ten tijde van paus Alexander VI (1492-1503) restaureren en plaatste bij die gelegenheid een inscriptie:
ALEXANDRO VI PONT MAX
SUBURA
AEDICULAM SALVATORIS TRIUM IMAGINUM SUBURANI AMBITUS REG MONTENSIUM NEMEMORIA INTERIRET STEPHANUS COPPUS GEMINIANENSIS S IMPEN IN CULCTIOREM FORM REDEGIT AEDITUOQ ANNUOS SUMPTUS PERPETUO CONSECRAVIT
Vrij vertaald: ‘Stefano Coppo uit San Gimignano heeft met eigen middelen het gebouw van de Salvatore alle Tre Immagini bij de Subura in de wijk Monti verfraaid, zodat de herinnering niet verloren gaat en hij zegende de kerk voor altijd door een jaarlijkse financiering aan te bieden.’
De kerk die Stefano Coppo met zoveel liefde in ere had hersteld, werd in 1884, bij de aanleg van de Via Cavour, alsnog van de kaart geveegd. De inscriptie werd bewaard en vond aan Piazza della Suburra alsnog een plekje.
♥
N.a.v. de Latijnse inscriptie:
er bestaat een interessant boek over de Latijnse inscripties die her en der in Rome nog te zien zijn: Klaus Bartels, Roms sprechende Steine – Inschriften aus zwei Jahrtausenden gesammelt, übersetzt und erläutert von Klaus Bartels, Mainz 2004, € 39,95. Het boek bevat steeds een inleiding op de inscripties gevolgd door de Latijnse tekst met Duitse vertaling en verklarende noten en verlucht met illustraties van Piranesi. Een fraaie verzameling. Het boek is inmiddels aan zijn vierde of vijfde druk toe. In de eerste druk is ‘jouw’ inscriptie nog niet opgenomen.
Geweldig, dank voor de toevoeging Geert!
Interessant zowel artikel als reactie!
Dankjewel voor je enthousiaste reactie Anneke!