We begeven ons deze week in de vroegste periode van de filosofie. Hesiodus beschreef en verklaarde de wereld om hem heen in de 7e eeuw binnen een zuiver mythologisch perspectief en aan de westkust van Klein-Azië namen een eeuw later een aantal onderzoekende geesten een heel andere houding aan, door de werkelijkheid te proberen te herleiden tot een enkel natuurprincipe. Iemand die binnen dit hele kader van de vroege Griekse filosofie wat moeilijk te plaatsen is, een beetje een buitenbeentje, is Pythagoras.

Stanza della Segnatura, Vaticaan: Pythagoras (detail van De School van Athene), Rafael

Pythagoras werd geboren op het eiland Samos. Hij was wiskundige, astonoom en filosoof en leefde tussen 580 en 500. Uiteindelijk vestigde hij zich, na wat omzwervingen, in Zuid-Italië, in de Griekse kolonie Croton (huidig Crotone). Hij zou zijn vaderland verlaten hebben omdat hij een afkeer had van de tirannie die daar heerste.

Natuurlijk kennen we Pythagoras vooral van de stelling (het kwadraat van de langste zijde in een rechthoekige driehoek is gelijk aan de som van de kwadraten van de beide andere zijden van de driehoek). Maar wiskunde was geen doel op zich voor Pythagoras. Wiskunde – de leer van de getallen, was vooral een onderdeel, of eigenlijk het middelpunt, van een allesomvattende filosofie. Volgens de overlevering was hij zelfs de eerste die het woord filosofie gebruikte: philosophos – hij die wijsheid liefheeft of hij die streeft naar wijsheid.

De kern van de leer van Pythagoras: getallen, getalsverhoudingen en ruimtelijke vormen verschaffen de sleutel tot het geheim van de natuur en de werkelijkheid. Volgens de filosofie van Pythagoras zijn getallen de bouwstenen van de wereld en alles wat we om ons heen zien. De harmonie van de wereld zit in de getalsmatige verhoudingen. Zo herleidde hij de harmonie die hoorbaar is in muziek – de klanken en tonen – tot getalverhoudingen. Ook in de kosmos was die harmonie meetbaar: de harmonie der sferen.

Hij geloofde tevens in een ziel die losstaat van het lichaam, die steeds opnieuw geboren wordt in een ander lichaam (menselijk of dierlijk). De ziel van de mens is onsterfelijk en maakt een lang proces door van ‘spirituele groei’. Het doel van het leven is om uiteindelijk, door een vroom leven, de ziel te bevrijden uit die kringloop van wedergeboorte.

Pythagoras stichtte rond 530 een school. Degenen die zich bij die school aansloten werden de pythagoreeërs genoemd, de volgelingen van Pythagoras. Zij moesten bij hun intrede een gelofte afleggen, waarin ze beloofden dat ze een ingetogen en matig leven zouden leiden, geen dieren zouden doden wanneer deze hen niet bedreigden. Ze beloofde ook om steeds hun geweten te blijven onderzoeken. Het was zelfs vrouwen toegestaan zich aan te sluiten bij deze bond, die in meerdere opzichten een geheim en vooruitstrevend karakter had. In de ogen van veel tijdgenoten uiteraard een beetje te vooruitstrevend.

Doe mee met de conversatie

6 reacties

    1. Hi Lotje, dankjewel voor je leuke reactie en compliment! Mooi uitgebreid artikel heb je geschreven over Puglia in de oudheid. Ik woonde een tijdje in Puglia en specialiseerde mij tijdens mijn onderzoeksmaster in de Messapiers, dus ik ben er ook wel in thuis :). Gr!

Plaats een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: