We zijn inmiddels bijna halverwege Seneca’s vijfstappenplan naar een gelukkig leven. De eerste stappen zijn gezet:

1. Bepaal je doel
2. Accepteer je lot, hoe dat ook moge zijn

Vandaag gaan we verder op deze weg, en proberen grip te krijgen op een wat lastiger stoïcijns thema: de juiste weg vinden tussen deugd en genot, oftewel tussen leven naar je principes en leven naar je natuurlijke driften.

De dood van Seneca, Peter Paul Rubens

#3 Geniet met mate

Van alle opdrachten die Seneca meegeeft in zijn essays, is dit misschien wel degene die het meest uit de tijd is, of althans lijkt. ‘Geniet met mate’ klinkt ouderwets, belerend, en zelfs een beetje saai. Laten we voor nu even met Seneca meegaan en het concept ‘genot’ in de meest algemene zin nader onderzoeken. Het geval wil namelijk dat elke vorm van excessief genot, of het nu gaat om teveel eten, roken of drinken, altijd een bevlieging is, iets tijdelijks dat onmiddellijk nadat de behoefte bevredigd is, verdwijnt, om later weer net zo hevig op te komen. Voldoening – geluk zoals Seneca dat bedoelt – op de lange termijn zal het je dus nooit bieden. In zijn eigen woorden:

‘Genot (…) dooft op het hoogtepunt, neemt weinig plaats in en vult die ruimte dus snel op, je krijgt er vlug genoeg van en na de eerste bevlieging is de fut er gauw uit. Nooit kun je staat maken op iets wat van nature beweeglijk is. Zo kan de wezenlijke inhoud van wat pijlsnel komt en voorbijgaat evenmin veel voorstellen, omdat dat onherroepelijk ondergaat juist op het ogenblik dat je ermee in contact komt;’*

Er valt wat voor te zeggen: wat kunnen deze vormen van kortstondig geluk nu wezenlijk voorstellen, als ze zo vluchtig voorbijgaan? Natuurlijk stelt Seneca iets anders lijnrecht tegenover dit concept, iets dat niet tijdelijk maar blijvend is: ‘Het hoogste goed is onvergankelijk, het kan niet heengaan, je hebt er nooit te veel van noch zou je het anders willen.’

 

Een lichaam dat dienstbaar is, niet de dienst uitmaakt

Genieten op lichamelijk niveau hoeft niet in zijn geheel te worden verbannen uit het leven van mensen, maar de lichamelijke behoeften hebben volgens Seneca wel sturing nodig om ons niet helemaal over te nemen. Over het menselijk lichaam zegt hij: ‘als wij ons er niet slaaf van zullen maken, en als dingen die niet bij ons passen geen bezit van ons nemen, en als wij wat van buiten tot ons komt en ons lichaam bevredigt dezelfde positie aanwijzen die men in het leger aan de hulptroepen en licht bewapenden toekent (die moeten dienstbaar zijn, niet de dienst uitmaken), dan, ja dan alleen is dat alles voor onze geest bruikbaar.’

Wie dan wel de dienst uit moet maken? In Seneca’s ogen moeten we onze lichamelijke behoeften onderwerpen aan het beoordelingsvermogen van de rede, van onze geest:

‘Laat de rede vragen stellen, gestimuleerd door de zintuigen, en laat ze daaraan ook haar eerste beginselen ontlenen (want er is geen ander uitgangspunt voor haar pogingen noch enige andere basis van waaruit ze op zoek kan gaan naar de waarheid) en laat ze dan weer op zichzelf terugvallen.’

Genieten, maar met mate; dat is de weg naar rust en harmonie binnenin ieder mens. Alleen dan maak je een deugdzaam (en dus, zegt Seneca, waarlijk gelukkig) leven mogelijk: ‘Je kunt er daarom onverdroten voor uitkomen dat het hoogste goed gelegen is in de harmonie van de ziel; want het kan niet anders of deugden gedijen daar waar eenstemmigheid en eenheid heersen.’

Uiteindelijk heeft stap drie dus, net als stap twee (accepteer je lot) veel te maken met accepteren wat is, zodat er plaats is voor zielenrust in plaats van niet te bevredigen begeertes. Misschien is de balans tussen die acceptatie en de illusies die er menselijkerwijs omheen gecreëerd worden nog wel het best verwoord in de opdracht die Mary Schmich haar lezers meegeeft in een column die zij in 1997 schreef in de krant Chicago Tribune met de geweldige titelAdvice, like youth, probably just wasted on the young:

“Accept certain inalienable truths: Prices will rise. Politicians will philander. You, too, will get old. And when you do, you’ll fantasize that when you were young, prices were reasonable, politicians were noble and children respected their elders.” (© Chicago Tribune)

 

Morgen gaan we verder met de vierde stap in de richting van gelukkig leven volgens Seneca: wees niet materialistisch.

 

 

*De fragmenten zijn afkomstig uit Seneca’s dialogen, zoals vertaald door T.H. Janssen in de bundel ‘Gelukkig leven’.

Lees hier meer blogposts over Seneca!

Doe mee met de conversatie

3 reacties

Plaats een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: