Het Ara Pacis Museum in Rome gaat vandaag weer open, na een tijdelijke sluiting in verband met werkzaamheden. Daarom vandaag het derde (en laatste) deel van het indrukwekkende verhaal achter de Ara Pacis; het marmeren monument dat wel 9 levens lijkt te hebben gehad. Vandaag: het eerste moderne gebouw in het centrum van Rome sinds Mussolini (lees ook deel I en deel II).

Het duurde tot de jaren ’80 van de vorige eeuw voordat er een systematisch plan kwam voor de restauratie van de Ara Pacis, het monument dat al sinds Mussolini slechts werd beschermd door een veredelde overkapping. Halverwege de jaren ’90 bleek dat het plan niet toereikend was: uitlaatgassen en temperatuurstijgingen brachten het monument ernstig in gevaar. In 1995 werd het besluit genomen door de gemeente Rome: het was tijd om de behuizing van de Ara Pacis te vervangen. Morpurgo’s portico was niet meer dan een dak boven het hoofd, dat geen bescherming kon bieden tegen klimaat en gasuitstoot. Er was een plan nodig, en een oppepper voor de Ara Pacis.
Voormalig Romeins burgemeester Francesco Rutelli nodigde in 1995 de beroemde Amerikaanse architect Richard Meier uit om een ontwerp te maken voor een nieuw museum. Hij kwam met een hypermodern ontwerp, met een marmeren verhoging als ondergrond en een rechthoekig, wit gebouw bestaande uit lokale travertijn, beton en glas. De ingang trekt de meeste aandacht: een opgang leidt naar de entree, waarbij men een zuil passeert – die de plaats inneemt van de obelisk die origineel bij het altaar hoorde, maar die nu een plek heeft voor het stadhuis in Rome). Het plan werd aangenomen en Walter Veltroni, Rutelli’s opvolger, had de eer om het vernieuwde museum op 21 April 2005 (de 2759ste verjaardag van de stad Rome) officieel te openen.

Hoewel de hele onderneming uit noodzaak was geboren, was het nieuwe ontwerp en de keuze voor de Amerikaanse architect niet helemaal zonder dubbele bodem. Rutelli moet geweten hebben dat hij met zijn keuze voor een niet-Italiaanse architect heel wat stof zou doen opwaaien, over een onderwerp dat toch al gevoelig lag. Sinds Mussolini was er in het centrum van Rome namelijk niet één modern gebouw neergezet. Nu werd het symbool van de Pax Romana onder handen genomen door een vertegenwoordiger van de Pax Americana. Natuurlijk zou er kritiek komen.

Veel Romeinen vonden het gebouw vooral erg lelijk. Intellectuelen als Giorgio Muratore (hoogleraar architectuurgeschiedenis) en Antonio Tamburino (docent stedenbouw) noemden de hele onderneming zelfs ‘de slechtst mogelijke ingreep’. De politiek speelde, als altijd, een rol: het initiatief voor het ‘project Meier’ kwam van het uiterst linkse stadsbestuur van Rome, dus rechtse partijen waren bij voorbaat al tegen. Met name de fanatieke leden van de Alleanza Nazionale protesteerden fel. De (woorden)strijd werd breed uitgemeten in de Romeinse pers. Berlusconi noemde het Meiers museum ‘una mostruosità’, een monsterlijk ding.
De bouw van het museum werd wel vier keer stilgelegd. Een hoge ambtenaar ging in hongerstaking om de bouw te stoppen en in oktober 2005 stuurden verschillende architecten een open brief aan de Italiaanse krant Corriere della sera waarin zij waarschuwden voor de ‘invasie van buitenlandse architecten’.
De discussie is anno 2012 afgezwakt en langzaam naar de achtergrond verdwenen; de stad heeft genoeg om zich druk over te maken. De ‘tegenstanders’ spreken echter nog altijd minachtend van ‘het benzinestation’ wanneer ze het over het museum van de Ara Pacis hebben.
Het Museo dell’Ara Pacis is vanaf vandaag weer te bezoeken. Morgen opent bovendien een mooie tentoonstelling in het museum over de Russische avant-gardisten, met werk van onder anderen Kandinsky en Chagall.