In het kader van de Boekenweek verscheen deze maand bij Uitgeverij Athenaeum een nieuwe Nederlandse vertaling van Cicero’s Vriendschap. Het Boekenweekthema ‘Vriendschap en andere ongemakken’ is wel heel erg van toepassing op de Romeinse advocaat en redenaar. Hij was eens het doelwit van een samenzwering onder leiding van zijn mede-senator Catilina, die op het nippertje voorkomen had kunnen worden. Het leverde Cicero in elk geval genoeg voer voor een aantal (beroemd geworden) redevoeringen, tegen Catilina. ‘Vriendschap’ was sowieso in de wandelgangen van de Romeinse senaat een rekbaar en soms ronduit gevaarlijk begrip. In de broeiende rivaliteit tussen Julius Caesar en Gnaeus Pompeius, twee veldheren die uiteindelijk openbaar om de macht zouden strijden, werden alle hooggeplaatste Romeinen gedwongen kant te kiezen. Cicero zette zijn geld op het verkeerde paard.

Aan politieke ‘vriendschappen’ zal Cicero dus een broertje dood gehad hebben. Over echte vriendschap had hij wel hele duidelijke ideeën, die hij opschreef en verzamelde – en die nu in de genoemde nieuwe Nederlandse vertaling te lezen zijn. In drie fragmenten uit dat werk zet de grote redenaar de randvoorwaarden voor échte vriendschap onder elkaar. En hij kan het weten.

Een jonge lezende Cicero, door Vincenzo Foppa (1427-1515). (© Wikipedia)

1. Zonder hoge moraal geen vriendschap
‘Ten eerste ben ik ervan overtuigd dat vriendschap alleen tussen hoogstaande mannen kan bestaan. (…) Wie moeten we zien als hoogstaande mannen? Zij die zich zo gedragen en zo leven dat hun betrouwbaarheid, integriteit, rechtvaardigheid en vrijgevigheid vaststaan en bij wie er geen enkele hebzucht, genotzucht of arrogantie te vinden is. Mannen met een grote karaktervastheid, zoals de kerels die ik net noemde. Daar gaan ze voor door, en zo moeten we hen ook noemen. Want zij volgen, voor zover mensen dat kunnen, de natuur als beste richtlijn voor het goede leven.’

2. Zonder genegenheid geen vriendschap
‘Mij lijkt het duidelijk dat wij mensen zo geboren zijn dat er tussen ons allemaal een nauwe band bestaat, die echter nauwer wordt naarmate iemand ons nader staat. Daarom gaan medeburgers vóór buitenlanders, en verwanten vóór vreemdelingen. Met hen brengt de natuur immers vanzelf vriendschap voort, zij het dat die niet heel stevig is. Vriendschap overtreft namelijk verwantschap omdat je bij verwantschap genegenheid kunt weglaten,maar bij vriendschap niet. Zonder genegenheid kan een relatie geen vriendschap heten, wel verwantschap.

3. Zonder deugd geen vriendschap
‘Vriendschap is niets anders dan overeenstemming over alle dingen die met goden of mensen te maken hebben, plus liefde en genegenheid. Misschien met uitzondering van wijsheid hebben de onsterfelijke goden de mens niets mooiers gegeven. Sommigen geven de voorkeur aan rijkdom, anderen aan een goede gezondheid, aan macht of publieke functies, en velen ook aan zinnelijk genot. Dat laatste is iets voor dieren; die eerdergenoemde zaken zijn vergankelijk en onzeker, en niet zozeer in onze macht als wel onderhevig aan de grilligheid van het lot. Zij die in de deugd het hoogste goed zien hebben groot gelijk! Juist de deugd brengt vriendschap voort en houdt haar in stand. Zonder deugd kan er helemaal geen vriendschap bestaan.’

 

Verder lezen:


Cicero
, Vriendschap
Vertaling Rogier van der Wal
Uitgeverij Athenaeum
€ 9,95

Plaats een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: