
2500 beschilderde vierkante meters van onschatbare kunsthistorische waarde, hoe stof je die af? Tussen november en december heeft zich in de avond- en nachturen in de beroemdste kapel ter wereld een eeuwenoud schoonmaakritueel voltrokken. Voor het eerst in al die eeuwen werd het hele proces bijgewoond en gedocumenteerd, door de Italiaanse krant Corriere della Sera.
Paus Paulus III (Farnese) gaf voor het eerst de opdracht om Michelangelo’s meesterwerken te laten schoonmaken, op 26 oktober van het jaar 1543. Er waren toen pas twee jaren verstreken sinds de laatste hand was gelegd aan het plafond en de muren van de Sixtijnse Kapel. De uitverkorene om het delicate afstofklusje te klaren was een collega van Michelangelo: Francesco Amadori, die er volgens de overlevering een linnen doek en vochtig paneermeel voor gebruikte.

Ook in 1625 vond een grote schoonmaak plaats om de schilderingen van Michelangelo weer te laten schitteren, en in 1897 nogmaals. Alles werd steeds in het werk gesteld om de schade – voornamelijk gevolg van ‘vervuiling’ in de lucht en de rook van kaarsen – weg te poetsen die de levendige kleuren van Michelangelo dof hadden gemaakt. Het was zo langzamerhand een ritueel geworden om eens in de zoveel tijd een dergelijke grote schoonmaak te organiseren.
De gewoonte raakte echter steeds minder in gebruik. Het was Antonio Paolucci, die in 2007 werd benoemd tot directeur van de Vaticaanse Musea, die zich liet inspireren door de Farnese-paus uit de 16e eeuw en een bureau oprichtte dat ten doel heeft om alle mogelijke moderne technieken te onderzoeken die bij kunnen dragen aan een vermindering van de aftakeling van de schilderingen in de Sixtijnse Kapel.

Aan de schoonmaakactie van afgelopen maand werkten twaalf restaurateurs van de Vaticaanse Musea mee, bijgestaan door stagiaires en een team van specialisten. Ze kwamen elke dag, van acht uur ’s avonds tot middernacht. Ze maakten niet alleen de wanden schoon, ze verzamelden stof en legden de toegebrachte schade aan de schilderingen onder de loep en onder speciale lampen. Om twaalf uur ’s nachts verlaten ze de kapel.
De Corriere meldt: ‘Achter hen doen de bewakers het licht uit en sluiten de deuren; eenmaal bij het Atrium van de Quattro Cancelli (de ingang van de Vaticaanse Musea) overhandigen ze de bos met sleutels aan de ‘Clavigeri’, die ze in een van de 35 sleuteldozen bewaren die elk zijn opgedeeld in talloze vakjes – er liggen hier meer dan drieduizend sleutels, waaronder ook originele versies.’
Lees het hele artikel in de Corriere della Sera online (Italiaans)!