In Rome liggen de verhalen uit het verleden letterlijk op straat. Aan de hand van straatnamen die je op de bordjes – sinds 1814 van marmer dankzij paus Pius VII – kunt lezen, wandel je de geschiedenis van de eeuwige stad letterlijk achterna. Vrijwel iedere via, vicus of viale is namelijk vernoemd naar een persoon of gebeurtenis die het leven van de stad Rome op de een of andere manier getekend heeft.

Vandaag een straat niet ver verwijderd van de ‘verborgen’ straat van de pausen, die twee weken geleden aan bod kwam: de Via degli Scipioni. Een straat die ons via het Italië van nu meeneemt naar de regio waar we ons al de hele week bevinden: Puglia.

 

Scipio_Africanus_Maior
Scipio Africanus Maior

SCIPIO AFRICANUS

‘Fratelli d’Italia, lItalia s’è desta. Dell’elmo di Scipio, s’è cinta la testa.’ De helm van Scipio, zo klinkt het nog altijd wanneer het Italiaanse volkslied wordt gezongen. Een strijdlied, waarin wordt opgeroepen het hoofd in te snoeren in de ‘helm van Scipio’, een legendarische held uit de oudheid.

De Scipio’s behoorden tot de gens Cornelia, een van de meest voorname families van de Romeinse republiek (ca. 509-31 v.Chr.), een tijd van militaire missies en eindeloze veroveringstochten. Drie mannelijke leden van de familie in het bijzonder wisten zich meer dan gemiddeld te onderscheiden op het slagveld. Publius Cornelius Scipio I trok in 218 al ten strijde tegen de Carthagers, de Noord-Afrikanen die tot de meest beduchte tegenstanders behoorden die de Romeinen op weg naar wereldhegemonie zouden tegenkomen. Zijn zoon (voor het gemak eveneens Publius Cornelius Scipio genaamd) zou de Carthagers pas veel later definitief weten te verslaan, wat hem de bijnaam Africanus opleverde. Weer later werd daar Maior (Publius Cornelius Scipio Africanus Maior) aan toegevoegd, om hem op zijn beurt te onderscheiden van zijn geadopteerde kleinzoon (Publius Cornelius Scipio Aemilianus Africanus Minor), die eveneens in Noord-Afrika vocht.

 

De zelfbeheersing van Scipio Africanus (zie Livius XXVI 50), Simon de Vos (1641)
De zelfbeheersing van Scipio Africanus (zie Livius XXVI 50), Simon de Vos (1641)

 

‘Africanus’ groeide zo uit tot een gevierde bijnaam in Rome, die de naam van een beruchte vijand moest doen vergeten: Hannibal. Gedurende enkele jaren had slechts het horen van de naam van deze man, leider van de Carthagers, menig moedig Romein doen bibberen van angst. Hannibal zou later worden gezien als de enige ‘waardige’ tegenstander die de Romeinen zijn tegengekomen. Uit dat oordeel blijkt een zekere vorm van bewondering, een sentiment dat zeker niet de boventoon voerde toen Hannibal nog maar net verslagen was. Scipio Africanus Maior was in de slag bij Zama (vlak bij Carthago) in 202 v.Chr. weliswaar als winnaar uit de strijd gekomen, maar het vredesverdrag dat daarna werd getekend had de brutale Carthagers naar de smaak van veel Romeinen nog lang niet genoeg op de knieën gebracht.

 

‘Overigens ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden.’

Zo klonk het jarenlang in de Romeinse senaat. De conservatieve Romeinse senator Cato de Oude sloot zijn redevoeringen steevast met deze beroemd geworden woorden af. In 146 v.Chr. werden ze waarheid: na de vernietigende oorlogsjaren met Carthago en de overwinning van de Romeinen bijna een halve eeuw eerder, werd de stad in Noord-Afrika alsnog volledig met de grond gelijk gemaakt. Het was een daad vol symboliek, die vooral te gericht was op de figuur van Hannibal.

 

Hannibal telt de ringen van de Romeinse ruiters die gedood werden tijdens de slag, Sébastien Slodtz (1704)
Hannibal telt de ringen van de Romeinse ruiters die gedood werden tijdens de slag bij Cannae, Sébastien Slodtz (1704)

DE SCHRIK VAN DE ROMEINEN
Hannibal sprak (en spreekt) tot de verbeelding van vriend en vijand. Niet alleen omdat hij de stoutmoedigheid bezat om de Romeinen actief aan te vallen en met een heel leger (inclusief olifanten) de Alpen over te trekken; hij werd ook gezien als het brein en de drijvende kracht achter een van de meest bijzondere militaire overwinningen uit de geschiedenis: de slag bij Cannae (216 v.Chr.).

Daarmee is het oude Cannae, tegenwoordig het kleine, vrij onbeduidende dorpje Canne della Battaglia, misschien wel de beroemdste plek in heel Puglia. Met een relatief ongeorganiseerd en uitgeput leger van huursoldaten wist Hannibal het goed getrainde, perfect uitgeruste leger van de Romeinen ten val te brengen. In 216 v.Chr. weer alles er nog op dat Hannibal als winnaar uit de Romeins/Carthaagse strijd zou komen.

De legers van Hannibal waren Italië via de Alpen binnengetrokken en trokken verder, onderweg aanzienlijke schade aanrichtend. Na wat kleinere overwinningen in 218 en 217 v.Chr. bracht Hannibal zijn legers naar Puglia, om te overwinteren. Hij koos de kleine nederzetting Cannae als basis en nam zich voor ook het zuiden van Italië in te nemen. Rome reageerde en stuurde een twee consuls (Emilius Paulus en Terentius Varr) naar Puglia om het leger aan te voeren in de strijd tegen de brutale Hannibal.

 

VERDER LEZEN?

PUGLIA-COVERHet veel grotere leger van Varro en Paulus werd afgeslacht: van de 86.000 Romeinen zouden er zeker 70.000 zijn gedood. Hoe kon dit gebeuren? Lees er meer over in mijn boek Puglia. Reizen door de hak van de Italiaanse laars, dat binnenkort verschijnt (25 mei 2013) en nu met korting besteld kan worden!

Doe mee met de conversatie

2 reacties

  1. In de Via degli Scipioni in Rome bevindt zich L’Isola della Pizza, een geweldig restaurant en uitstekende pizzeria met fantastische voorgerechten. Het zit er altijd vol met Romeinen/Italianen, een goed teken! Zie voor meer info: http://www.isoladellapizza.com

Plaats een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: