Dit is een Rembrandt, dat zie je meteen. Net als bij zijn beroemdste werk, De Nachtwacht, zie je een prachtig spel tussen licht en donker en wordt je oog vakkundig begeleid van hoofd- naar bijzaken, langs de lijn van het verhaal dat wordt afgebeeld. De compositie van dit werk maakt de rijk uitgedoste heer in het midden tot hoofdpersoon. Net als de bijfiguren op het schilderij, die hij met zijn arme vaderlijk probeert te beschermen, schrikt hij op van een schrijvende hand. Een Bijbels verhaal uit het boek Daniël, wordt in een snapshot samengevat. En de oorsprong van ons gezegde ‘een teken aan de wand’ wordt verklaard.
Het verhaal achter het beeld
Volgens het oudtestamentische boek Daniël organiseerde koning Belsassar van Babylon (550-539 voor Christus), zoon van Nebukadnezar II, op een dag een groot feest voor zijn hovelingen, zijn vrouwen en zijn bijvrouwen. Hij beval zijn bedienden om voor de gelegenheid de gouden bekers, geroofd uit de tempel van Jeruzalem, vol te schenken met wijn:
‘Men haalde de gouden bekers die uit de tempel van Jeruzalem, het huis van God, waren meegenomen en de koning en zijn machthebbers, zijn hoofdvrouwen en bijvrouwen dronken eruit. Ze dronken wijn en prezen hun goden van goud en zilver, van brons, ijzer, hout en steen.’*
Plotseling werd het bacchanaal verstoord doordat er, als uit het niets, een hand verscheen die iets in het Hebreeuws op de muur schreef. ‘Terwijl ze dat deden verschenen er vingers van een mensenhand die iets op het pleisterwerk van de wand van het koninklijk paleis schreven, precies tegenover de luchter, zodat de schrijvende hand goed zichtbaar was voor de koning. De koning trok bleek weg, in verwarring gebracht door zijn gedachten. Hij stond te trillen op zijn benen en zijn knieën knikten. Luidkeels riep hij om de bezweerders, de Chaldeeën en de waarzeggers. De koning richtte zich tot de wijzen van Babylonië: ‘Wie deze tekens kan lezen en mij kan zeggen wat er staat, zal in purper gekleed worden, een gouden keten om zijn hals dragen en als derde in rang over het koninkrijk regeren.’
Maar geen van Belsassars astrologen kon hem helpen. Daarom werd de Hebreeuwse profeet Daniël gehaald, die ooit een van Nebukadnezars dromen had uitgelegd. ‘Als u de tekens kunt lezen en mij kunt zeggen wat er staat, zult u in purper gekleed worden, een gouden keten om uw hals dragen en als derde in rang over het koninkrijk regeren,’ zo verzekerde hij de profeet.
‘U mag uw kostbare geschenken houden, of ze aan een ander geven. Maar ik zal de tekens voor de koning lezen en hem zeggen wat er staat. (…) U bent tegen de Heer van de hemel opgestaan. U hebt de bekers laten halen die uit zijn tempel afkomstig zijn, en u en uw machthebbers, uw hoofdvrouwen en bijvrouwen, hebben er wijn uit gedronken. U hebt uw goden van zilver en goud, van brons, ijzer, hout en steen geprezen, goden die niets zien of horen of weten. Maar de God die beschikt over uw levensadem en die al uw doen en laten bepaalt, hebt u niet verheerlijkt. Daarom heeft hij die hand gezonden en de tekens laten opschrijven. Dit is wat er geschreven staat: Menee, menee, tekeel oefarsien. En dit is wat het betekent: menee – God heeft de dagen van uw koningschap geteld en er een einde aan gemaakt; tekeel – u bent gewogen en te licht bevonden; perees – uw koninkrijk is verdeeld en aan de Meden en de Perzen gegeven.’
Nog diezelfde nacht werd Belsassar, nadat hij had afgekondigd dat Daniël als derde in rang zou regeren over het koninkrijk, gedood.
Het is aan dit Bijbelverhaal dat we de uitdrukking ‘een teken aan de wand’ (Engels: ‘the writings on the wall’) te danken hebben; een voorteken, een aankondiging van rampspoed en onheil. Rembrandts versie van Belsassars feest laat, geheel naar de smaak van de 17e eeuw, de weelderigheid van het feestbanket duidelijk zien. Zijn schilderij is zeker niet het enige, maar misschien wel een van de meest geslaagde verbeeldingen van het verhaal van Belsassar, koning van Babylon.
*De fragmenten zijn afkomstig uit het boek Daniël (5.3-28), uit De Nieuwe Bijbelvertaling.