Over Orpheus

Orpheus en het grootste liefdesverhaal aller tijden

J P Pequignot, Landschap met Orpheus en Eurydice (1802)

Orpheus; overal werd hij geprezen en bewonderd. Van zijn moeder, de muze van de dichtkunst Calliope, had hij de gave van de zang meegekregen. Met zijn muzikale kunsten kon hij iedereen in vervoering brengen. Zijn geluk bereikte een hoogtepunt toen hij de mooie Najade Eurydice als vrouw aan zijn zijde kreeg. Zijn geluk was echter van korte duur; Eurydice werd gebeten door een adder; een nietige wond aan haar hiel werd haar fataal.

Orpheus was ontroostbaar: een leven zonder Eurydice, hij kon het niet toestaan. Hij greep zijn lier en liet zijn smart door zijn instrument klinken; het was alsof overal waar de treurende zanger kwam, de natuur even stilstond. Zijn klaagzang ten spijt kwam Hades, heerser van de onderwereld, Eurydice halen.

De schimmen achterna
Omdat hij een leven zonder Eurydice simpelweg niet kon accepteren, besloot Orpheus hen achterna te gaan. Hij zou afdalen in het schimmenrijk en de koning en koningin van de onderwereld zouden zwichten voor zijn jammerlijke smeekbedes, het moest. Zo geschiedde, en even later bevond hij zich ten overstaande van Hades en zijn gemalin Persephone. Hij nam zijn lier, sloeg de snaren aan en begon te zingen van zijn verdriet. Toen gebeurde er iets dat in de donkere onderwereld niet eerder was vertoond: de schimmen, normaal gesproken wezenloos, begonnen te wenen. Tantalus, die tot een eeuwige kwelling was gedoemd, vergat naar het steeds terugtrekkende water te buigen, Sysiphus ging zitten op zijn steen. En zelfs het koningspaar was geroerd. Persephone keek haar man vragend aan: ‘hoe kunnen wij niet luisteren naar deze smeekbede, die door merg en been gaat?’ Hades knikte, en vanuit het duister kwam Eurydice dichterbij. Ze zag Orpheus en wilde in zijn armen vallen, maar Hades hield haar tegen, terwijl hij zei: ‘Niet eerder zagen wij in deze wereld vol schimmen zoveel liefde. Orpheus, neem haar mee terug naar boven en leef een liefdevol leven samen. Maar luister goed: kijk niet om voordat je de onderwereld verlaten hebt en de poort door bent gelopen. Gehoorzaam je hier niet aan, dan zul je haar voorgoed kwijt zijn.’

Jean-Baptiste Camille Corot, Orpheus leidt Eurydice de Onderwereld uit (1861)

Orpheus kijkt om
Gelukzalig klommen ze samen omhoog, de onderwereld uit. Ze waren niet ver meer van de poort, toen Orpheus inhield om te luisteren: zou Eurydice hem nog wel volgen? Was hij haar verloren in het akelige duister van het schimmenrijk? Hij luisterde nauwgezet, wilde voetstappen horen, maar het bleef doodstil. Orpheus kon zich niet meer bedwingen, uit pure liefde draaide hij zijn hoofd en keek achterom. Eurydice stond voor hem, maar tegelijk verdween ze langzaam uit het zicht, terwijl ze haar handen naar hem uitstak. Orpheus rende haar achterna, terug de onderwereld in, kwam aan bij de Styx (de dodenrivier die overgestoken moet worden om Hades te bereiken), waar de veerman Charon hem afwees. Orpheus’ gejammer ten spijt, bleef Charon onverbiddelijk.

Woeste vrouwen
Nadat hij dagenlang, zonder eten en drinken, langs de oevers van de Styx had gezworven, keerde hij terug naar boven. Hij leefde een eenzaam leven, in gedachten nog altijd bij Eurydice. Zo, alleen en in gedachten verzonken, zat hij eens op een heuvel, waar geen begroeiing om hem heen was. Pas toen hij zijn snaren aanraakte, begon het landschap om hen heen te leven, te bloeien. Dieren, bomen, planten; de hele natuur kwam naderbij, verzamelde zich rond Orpheus. Verderop waren de vrouwen van Thracie het feest van Bacchus, god van de wijn, aan het vieren. De vrouwen waren in vervoering, wild van de wijn die zij ter ere van Bacchus dronken, toen ze op Orpheus stuitten. Bij het zien van de man die, sinds hij Eurydice verloor, alle vrouwen af had gezworen, werden ze woedend! Wild en gillend stortten ze zich op hem, ‘de verachter van vrouwen’. Maar alles wat ze naar hem gooiden kon hem, wonderbaarlijk genoeg, niet raken. Pas toen het getier en geschreeuw van de vrouwen de klanken van Orpheus had overstemd, konden ze bij hem komen. Uiteindelijk werd Orpheus door een steen dodelijk getroffen.

De jammerklacht van de natuur
De hele natuur treurde om de dood van de zanger. Nimfen kwamen aangesneld om zich over zijn lijk te ontfermen, maar zijn lier en zijn hoofd, van zijn lichaam gescheiden door toedoen van de woeste vrouwen, die werden meegenomen door de rivier. Als een wonder begon de lier, deinend op de golven van het water, te trillen en klonken nog eenmaal de goddelijke klanken van Orpheus. Zijn ziel ging echter op weg naar de onderwereld, waar hij eindelijk weer met Eurydice werd verenigd. Voortaan, wanneer hij eens voor haar uitliep over de paden van het schimmenrijk, kon hij ongestraft naar haar omkijken.

Doe mee met de conversatie

3 reacties

Plaats een reactie