Ze zijn de sterattractie van de regio en prijken op zo wat iedere ansichtkaart die je er kunt vinden. Je zou kunnen zeggen dat ze zijn uitgegroeid tot hét symbool van Puglia: de trulli. Maar wat maakt deze witte, bijenkorfvormige huisjes zo onweerstaanbaar aantrekkelijk? En waar komen ze eigenlijk vandaan?

Apulië-trulli-2
Foto © Michiel Tromp/Sjoukje Wilken

De allereerste trulli
Tegenwoordig kun je in de Valle d’Itria, waar de trulli van Puglia zich concentreren, in het hoogseizoen nogal eens struikelen over de reizigers. Dat geldt zeker voor Alberobello, het centrum van de trulli in het hart van de vallei. Aangetrokken door de pittoreske, slingerende straatjes vol witte huisjes met kegelvormige daken, versierd met vrolijke paarse en roze bloemen, trekken toeristen massaal naar de ‘hoofdstad van de trulli’. Hoewel het zeker plezieriger is om Alberobello juist in de maanden mei/juni of september te bezoeken, wanneer je het stadje iets meer voor jezelf hebt, moet je er zeker even naartoe. Hier werden tenslotte de allereerste trulli gebouwd.

Het Bos van de Mooie Bomen
De naam Alberobello is afgeleid van het Latijnse silva aroboris belli – het ‘Bos van de Mooie Bomen’. Die naam verwijst naar de (voormalige) bebossing van het gebied. Voormalig, want tegenwoordig wordt het heuvelachtige gebied eigenlijk vooral gekenmerkt door struikachtige begroeiing, afgewisseld met akkerlanden en olijfboomgaarden. Het hele gebied werd voorheen echter kortweg Selva genoemd, een afkorting van diezelfde Latijnse benaming.

In de 15de eeuw werd Selva cadeau gedaan aan de graven van Conversano. Het was een bedankje voor het feit dat ze hadden meegevochten in de strijd tegen de Turken, die van zee kwamen en via de havensteden voet aan wal probeerden te krijgen in Puglia. Selva werd destijds echter nog niet bewoond en het gebied was volledig onbebouwd. Het was de uitgelezen plek, dachten de graven, om de boeren die voor hen het land bewerkten onder te brengen. De landarbeiders bouwden hier eerst hun eigen hutten, maar kregen vanaf halverwege de 16de eeuw toestemming om huizen van steen voor zichzelf te bouwen, zodat ze zich wat meer konden beschermen tegen de weersomstandigheden. Ze maakten kalkstenen huisjes, zonder gebruik van cement. Hoewel soms wel wordt beweerd dat de vorm werd beïnvloed door rituele ruimtes en kamergraven van de oude Messapiërs, lijkt het aannemelijker dat ze naar voorbeeld van de caselle werden opgebouwd, de stenen hutjes die in olijfgaarden gewoonlijk voorkwamen. De leefomstandigheden werden door de huisjes aanzienlijk gezonder: binnen werd het niet snel vochtig en de ruimtes bleven relatief koel in de zomer en warm in de winter.

Foto © Michiel Tromp/Sjoukje Wilken
Foto © Michiel Tromp/Sjoukje Wilken

Een kruis, een hart, een swastika
Pas toen graaf Giangirolamo II in 1635 een herberg, een molen en een gemeenschappelijke oven oprichtte, kon men langzaamaan spreken van een heus stadje. Gezinsuitbreiding en huwelijken in het ‘nieuwe’ dorp leidden al snel tot het ontstaan van grotere families. Ook de trulli werden uitgebreid: vaak werden er simpelweg wat ronde ruimtes toegevoegd, met elk een eigen, kegelvormig dak. Het werd gebruikelijk om op de daken een teken aan te brengen met witte kalk: een kruis, een hart of een swastika. Van deze tekens werd geloofd dat ze het kwaad buiten de deur konden houden.

Vanaf ongeveer het einde van de 18de eeuw werd in de omgeving ook wel begonnen met de bouw van ‘gewone’ gemetselde huisjes, maar lang niet iedereen had daar voldoende middelen voor. Tot in de jaren 20 van de vorige eeuw werden er echter nog nieuwe trulli gebouwd. Het was, niet toevallig, rond dezelfde eeuwwisseling dat de bewoners van Selva een afvaardiging naar koning Ferdinand (Koning der Beiden Siciliën) stuurden. Graaf Giulio Antonio IV was geenszins in staat gebleken hen voldoende bescherming te bieden tegen de vele rovers. Het verzoek aan de koning: dat het graafschap van Selva in het koninkrijk opgenomen zou worden, zodat ze voortaan de bescherming van de kroon konden genieten. Ferdinand ging akkoord: in 1797 werd Selva bevrijd van het feodale bestuur. Bij die gelegenheid doopten ze het stadje om tot Alberobello.

Alberobello bezoeken
Het eerste huis dat in het nieuwe Alberobello werd gebouwd is nog altijd te zien op het Piazza del Popolo: het kleine Casa d’Amore. Het huidige stadje is opgedeeld in wijken (rioni), die alleen te voet toegankelijk zijn. Het best bewaarde deel is de rione Aia Piccola, die je bereikt via de Via Brigata Regina, maar ook de door trulli geflankeerde Via Duca degli Abruzzi en Via Verdi zijn leuk om doorheen te wandelen. De grootste trullo van het dorp, en de enige met twee verdiepingen, is te bereiken via de Via del Gesù. De wijk Monti bereik je via de Via Monte Nero en de Via Via Duca d’Aosta. Sinds 1966 staat het oude centrum van Alberobello op de Werelderfgoedlijst van Unesco.

Puglia-cover
Lees verder! Bestel het boek Puglia, reizen door de hak van de Italiaanse laars hier met korting!

Doe mee met de conversatie

3 reacties

Plaats een reactie