
Italië, 1698. Angelo leidt een bevoorrecht leven als een van de beste zangers van het conservatorium. En wanneer hij optreedt voor de voorname prins De’ Medici worden de poorten naar een grootse muziekcarrière wijd opengezet. Maar is dat het leven dat hij zelf verkiest?
EEN NACHTMERRIE
Angelo wordt wakker in een nachtmerrie. Zijn droom is uitgekomen: als arme leerlooierszoon is hij uitverkoren om een zangopleiding te volgen aan het conservatorium van Florence. Maar hij wist niet welke prijs hij daarvoor moest betalen.
De Italiaanse 18de eeuw is een tijd waarin de bovenlaag van de maatschappij baadt in weelde, in goudbrokaat en bordeauxrode zijde, in overvloedige maaltijden en schitterende muziek. Een tijd waarin een mooie jongensstem goud waard is en men heel ver gaat om die te behouden. Een tijd van castraten.
Wat Angelo is aangedaan, is onomkeerbaar. Nooit zal zijn stem zwaar worden. Nooit zal hij kinderen krijgen. Nooit zal hij mogen trouwen. Hij leidt een bevoorrecht leven, maar is dat ook het leven dat hij zelf verkiest?
Er lijkt hem een uitweg geboden als prins Ferdinando De’ Medici zijn oog op hem laat vallen. De deuren naar een heel nieuw leven openen zich: een leven vol rijkdom, prachtige muziek en met Rosa, de aantrekkelijke, slimme en grappige dochter van De’ Medici’s hofcomponist Scarlatti.
Angelo realiseert zich dat wanneer hij dat leven binnentreedt, hij zich met ziel en zaligheid aan de grillen van prins Ferdinando zal moeten overgeven. Is het dat waard? Hij staat voor een onmogelijke keuze…
EEN FRAGMENT:
‘Midden op de Piazza Angelico hield padre Matteo Battista zijn pas in. Zijn handen klemden zich om onze schouders. ‘Jullie weten toch wat er van jullie verwacht wordt, jongens?’
‘Uit mijn verstand is niets weggesneden, padre,’ zei Paolo. Niemand lachte ooit om die versleten opmerking van hem. Ik zeker niet.
De padre tuurde naar het deftige landhuis aan het eind van de oprijlaan, waarvan de hoge ramen waren afgesloten met donkere gordijnen.
‘Niet mis,’ zei Paolo keurend. ‘Moeten we daarheen?’
‘De bewoners behoren tot de rijkste familie van de stad,’ zei de padre.
‘De familie De’ Medici? Mijn hartslag sloot omhoog. Iedereen kende die familie van naam.
‘De vrouw des huizes is een zuster van de prins,’ beaamde de padre. ‘De jongste, om precies te zijn.’
Dat verklaarde waarom hij ons direct bij onze lurven had gegrepen toen de vreemde priester zich had gemeld. In dat huis aan het eind van de oprijlaan was ongetwijfeld veel te halen.
Padre Matteo Battista kneep zijn ogen even dicht. ‘Als we geluk hebben zijn we de eerste. Als God het wil, natuurlijk…’ Hij sloeg een kruisje.’
De castraat
Joyce Pool
ISBN 9789047705345
€ 17,95
uitgeverij Lemniscaat
Mooi boek,prachtig beschreven,aangrijpend van begin tot eind!
Wat een mooie reactie en toevoeging, dank!